3 - ïlu kan men tegenwerpen, dat het moeten beschikken over de zojuist genoemde eigenschappen en het geplaatst worden voor moeilijke beslissingen, geen bij zonderheid is voor een raadslid, omdat ook degenen die een bedrijf of vereni ging moeten leiden, in een soortgelijke positie staan. Die tegenwerping snijdt echter weinig hout, want een lid van de raad, c.q. een wethouder, verkeert n.l. in een geheel andere, veel kwetsbaarder, veel on- beschermder situatie. Het maakt immers groot verschil uit 5 of men zijn beslis sing moet nemen in de beslotenheid en de beperkte kring van een bedrijf of ver eniging, dan wel in de volle openbaarheid, waarbij iedereen het recht heeft commentaar te leveren. Iedereen, het publiek en de pers, de geïnteresseerde en ongeïnteresseerde, de deskundige en ondeskundige. Iedereen kan kennisnemen van de stukken op grond waarvan de besluiten worden genomen en iedereen is gerech tigd de vergaderingen van de raad bij te wonen of zich via de notulen op de hoogte te stellen van de argumenten en standpunten der raadsleden. Het nemen van besluiten en aanvaarden van verantwoordelijkheden in volle openbaarheid, plaatst de betrokkenen onder aanzienlijk meer geestelijke en sociale spanningen, dan wanneer hetzelfde kan gebeuren in de beslotenheid van een kleine kring, die niet tot publieke verantwoording kan worden geroepen. In volledige openbaarheid moet een gemeentebestuurder beslissen over vele zeer uiteenlopende zaken, die vaak van groot belang zijn, niet zelden verstrek kende financiële gevolgen hebben en die vaak bijzonder ingewikkeld zijn. Zaken moeten worden beoordeeld en vraagstukken opgelostwaarmee een raadslid in zijn bedrijf of beroep nimmer in aanraking komt. En nogmaals: dit alles in volledige openbaarheid en ten overstaan van een vrije pers. Een goed bedoelde, maar onge lukkig uitvallende formulering, of een slip van de tong, kan onder die omstan digheden van een muis een olifant maken en tot vervelende gevolgen leiden. Dit gehele complex van zeer uiteenlopende factoren en omstandigheden, waarmee en waarin een lid van de raad moet werken, maakt het besturen van een gemeente aanzienlijk moeilijker, dan het van buitenaf lijkt. Daarom is de ervaring die een gemeenteraadslid in de loop der jaren opdoet, een ervaring waarin tevens een stuk kennis van uiteenlopende zaken is verwerkteen kostbaar goed voor het be sturen van een gemeente. Zij immers is een van de elementen, die een zekere con tinuïteit, een vaste lijn, in het bestuurswerk brengen. De acht leden, die vanmiddag afscheid nemen van de raad, hebben tezamen de gemeente 9^ jaar bestuurd. Bijna een eeuw dus. De beide uitschieters onder u zijn de heren De Jong en Hondema die respectievelijk 21 en 20 jaren ononderbroken lid zijn geweest van de raad. De heer Sjoerdsma heeft ruim 15 jaren zitting gehad, en de heer Postma ruim 13 jaar. De heer Van der Meer is 9 jaren raadslid geweest, mevrouw Kuiper 8 jaren, de heer Elsenga U jaren en de heer Bouma 2g jaar. Het is voor onze gemeente een gelukkig en voor u een prijzenswaardig gegeven, dat het onbegonnen werk zou zijn nog eens in uw herinnering te roepen, welke besluiten u in de loop der jaren mede hebt genomen. Zelfs als ik mij zou beper ken tot een opsomming van de belangrijkste besluiten, zou dit nog vrijwel onuit voerbaar zijn. Toch heb ik er behoefte aan een en ander nog eens te memoreren, maar ik zal mij dan moeten beperken tot een selectie van de voornaamste beslissingen van de raad in de afgelopen 21 jaren, ilaar ook dat is al voldoende om duidelijk te ma ken, hoe belangrijk uw bestuurswerk is geweest voor de ontwikkeling van Idaarde- radeel. Ik wil beginnen met enkele cijfers, die in dit opzicht bijzonder demonstratief zijn. Een en twintig jaar geleden, in 19^5 dus, toen de tijdelijke gemeenteraad begon te functioneren en de heer De Jong wethouder werd, beliepen de uitgaven van de gewone dienst ruim f 500.000,Thans zijn zij gestegen tot f 3.250.000,— dus meer dan het zesvoudige. Een vergelijking tussen de schuldpositie van de gemeente in 19^5 en 1966, geeft een belangrijke aanwijzing hoeveel geld de raad heeft geïnvesteerd in de - verbetering -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1966 | | pagina 11