- 2 - Wat het onderwijs in het Fries betreft is spreker bij informatie gebleken, dat in de hogere leerjaren van de bijzondere lagere scholen in deze gemeente wel onderwijs in het Fries wordt gegeven, maar dat het materiaal daarvoor op alle drie scholen niet zo modern meer is. In het antwoord aan de Ried zou van deze omstandigheid melding gemaakt kunnen worden. Het lijkt spreker voorts wenselijk een afschrift daarvan aan de hoofden der bijzondere scho len te zenden, onder mededeling, dat zij langs de normale weg vernieuwing van het materiaal kunnen aanvragen. Wat het Fries op de ulo-school aangaatware in het antwoord aan de Ried tot uiting te brengen, dat dit de aandacht van het gemeentebestuur heeft. De heer Prange zegt zeer tevreden te zijn over het onderwijs in de ge meente. Hij acht het zeer juist, dat de jeugd eerst in het Fries wordt op gevangen en dat daarna geleidelijk in het Nederlands wordt overgegaan. Spre ker begrijpt niet, waarom de Ried fan de Fryske Biweging nu ook een brief aan onze gemeente richt. De voorzitter verondersteltdat het schrijven bij wijze van enquête aan alle gemeenten in Friesland gericht is. Overigens zijn uitsluitend burge meester en wethouders en de raad bevoegd beslissingen hieromtrent te nemen. De Ried fan de Fryske Biweging kan alleen maar suggesties geven. Burgemeester en wethouders zijn wel bereid het antwoord aan adressant te redigeren, zoals de heer Vledder heeft gesuggereerd, dus ook ten aanzien van het onderwijs in het Fries op de bijzondere scholen. Het is hier een communis opinio, dat alle aanvragen om beschikbaarstelling van gelden voor leermiddelen worden ingewilligd, wanneer zij redelijk zijn, zonder onderscheid welke soort school het betreft. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten. 6. Wijziging van de regeling betreffende de autovergoeding voor de burgemeesters wegens reizen binnen de gemeente. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt oonform het voorstel besloten. 7Voorstel tot intrekking van een verordening ingevolge de Drankwet, Stb. 1931, 1*76. De heer Vledder meent uit de toelichting van burgemeester en wethouders te moeten concluderen, dat het college niet erg enthousiast is om de verordening in te trekken. Het gaat hier om een watersportbedrijf, waaraan een zeilschool is verbonden. In principe is spreker tegen drankgebruik. Het drankgebruik moet worden beteugeld inplaats van bevorderd. En dat geldt vooral ook in watersportcentra. De onderhavige kwestie ligt hem zwaar op de maag, omdat hier een zeilschool in het geding is, een onderwijsinstituut, dat in de eerste plaats het vertrouwen van de ouders der leerlingen moet hebben. Een dergelijk instituut mag niet zijn ondergebracht in een gelegenheid, waar al cohol geschonken wordt. Na intrekking der verordening zal het mogelijk zijn overal dergelijke gelegenheden te scheppen. Wanneer aan Vaartjes een verlof A wordt verleend, zal het hek van de dam zijn. Er kunnen in deze gemeente nog 2 verloven A worden verleend. Een verlof A voor de jeugdherberg en het recreatieoord zou dan niet kunnen worden geweigerd. Het is altijd een goed gebruik geweestdat men sportgelegenheden vrijhoudt van alcohol. Er wordt inderdaad wel eens bier meegenomen, zoals in de toelichting staat, maar daar voor draagt de raad generlei verantwoording. Wanneer de raad de verordening echter intrekt, dragen wij wel de verantwoordelijkheid, zegt spreker. De con sequenties van een dergelijk besluit moeten goed overwogen worden. Spreker vraagt burgemeester en wethouders het voorstel in te trekken. Indien het college hier niet voor voeltzal hij de raad adviseren tegen het voorstel te stemmen. - De heer Menger -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1966 | | pagina 7