- 3 -
4. Het bij dit verslag gevoegde ontwerp-raadsbesluit bevat voorts enkele
wijzigingen van het landelijke model, niet betrekking hebbende op als fa
cultatief aangeduide-bepalingen, welke wijzigingen onze commissie niettemin
nodig bleef oordelen ook na een, aan haar verslag voorafgaand overleg met
het secretariaat der unificatiecommissie. Het betreft hier de bepalingen in
de volgende artikelen van bijgevoegd ontwerp-raadsbesluit
I (art.1 model)5 VI (art.39, onder a); IX (art. 88, eerste lid onder c);
X (art.161, tweede lid); XI (art. 174, zevende lid); XIII (art.242, derde
lid); XIV (art. 251, vierde lid);XV art. 255, derde en zevende lid);
XVII art. 295, eerste lid); XVIII(art. 386, tweede lid), XIX sub c (tabel
4) en XX (art. 400, eerste lid).
Ons advies tot afwijking van de landelijke (niet—facultatieve) bouwvoor
schriften in dit opzicht, heeft betrekking op de volgende onderwerpen:
De begripsomschrijving voor grondleiding en voor liggende leiding
werd in art. 1 in verband gebracht met het peil, inplaats van met de weg
hoogte.
In art. 39, onder a, kreeg de rooilijndefinitie een toevoeging, be
treffende het achterwaarts rooien bij ongelijke stand van de naastliggers.
Aan de eisen der afmetingen voor een portaal aan het boveneinde van
vaste trappen in art. 88, werd onder c een algemene minimummaat toegevoegd
van 90 cm.
Voor de paaldikten in art.161 werden voor heipalen, in het tweede lid
meer gedifferentieerde maten voorgeschreven.
Het werd juister geacht, gezien het in art. 171, vijfde lid, gebruikte
woord "muurverband", eveneens het woord "metselverband" te vervangen door
hetzelfde woord: "muurverband" onder B in punt 4 her Tabel 4 (ex. art.171,
eerste lid).,
i/
Vrijsteilingsbepalingen werden uitgebreid en wel t.a.v. het bepaalde
in de artt.174, vierde lid sub e; 242, tweede lid; 251 tweede lid en 255,
derde lid; bij art. 240, vierde lid, werd de bevoegdheid tot hetstellen
van nadere eisen uitgebreid.
Bij de brandveiligheidsbepalingen voor veestallen word in art. 255,
derde lid, de beperking van slechts één voerluik in de vloer geschrapt.
De eis voor ophogingsmateriaal werd in art. 295 gewijzigd door
"zand" te vervangen door "grond".
De wering van te lage zonneschermen werd voor een breedte van 1.5 m
buiten de rijbaan teruggebracht tot 75 0®, i*1 art. 386, tweede lid, onder a.
Ingevolge een opmerking van het secretariaat der landelijke unifi-
catiecommissie wordt de rodactie in de overgangsbepaling van art. 399, tweede
lid, vollediger gemaakt door invoeging van het woord "bouwvergunningen".
Een inwerkingtreding der verordening met twee maanden na de goed
keuring werd geformuleerd in art. 400, eerste lid. Voor de zomerhuisjes
bepalingen, verweven in de bestaande bouwverordening, werd het van toepas
sing blijven dier bepalingen geregeld in een volzin, toegevoegd aan het
tweede lid van het overgangsartikel 400. Voor gemeenten met een aparte
zomerhuisjesverordening geldt de tweede aldaar aangegeven volzin.
5. Naast rapportering over de als facultatief aangegeven bepalingen en over de
in do tekst open gelaten ruimten voor vermelding van maten, heeft de be
handeling der model-verordening der ver.v.nederlandse gemeenten in het teken
gestaan van de gedachtengang om-waar enigszins mogelijk - het model onaange
tast te laten.
Ook in de circulaire van gedeputeerde staten van 10 augustus j.l. no.76 aan
de gemeentebesturen wordt aanbevolen de unificatie zoveel mogelijk te be
werkstelligen.