Provincie Friesland UO/ Gemeente Leeuwarden UO/ (waarvan 12/ als algemeen aandeel en 28/ als vestigingsaandeel) Overige Gemeenten tezamen 20/ 10Cjf van de vaste lasten. Wij waarderen het zeer, dat Gedeputeerde Staten van Friesland en Burge meester en Wethouders van Leeuwarden zich "bereid hebben verklaard een zo forse verhoging van het aandeel van onderscheidenlijk de Provincie en de gemeente Leeuwarden voor te stellen en te verdedigen en wij achten het een erekwestie voor de overige gemeenten om tezamen de bovengenoemde 20/ op te brengen. Het behoud van het Frysk Orkest voor Friesland is een zodanige bij drage stellig dubbel en dwars waard. Gedeputeerde Staten en het eerdergenoemde college van Burgemeester en- Wethouders bleken verder bereid om aan de Staten respectievelijk de Raad voor te stellen het financiële tekortwaarmee het Frysk Orkest worstelt doordat verschillende gemeenten niet hebben bijgedragen in de lasten van het orkest overeenkomstig het destijds opgestelde schema, ten laste te nemen van de Provincie en de gemeente Leeuwarden, ieder voor de helft. Daarbij hebben zij echter wel uitdrukkelijk het vertrouwen uitgesproken, dat voortaan alle Friese gemeenten bereid zijn, zich aan het nieuwe verdelingsschema te houden. De verdeling van de 20/ van de "overige gemeenten'" over die gemeenten zou moeten plaats hebben met handhaving van de uitgangspunten, die aan het schema van 28 oktober 19^0 ten grondslag lagen. In de bijlagen bij dit voor stel is een en ander uitgewerkt. In bijlage IV zijn naast elkaar gesteld de geraamde subsidiebedragen volgens het U destijds voorgelegde verdelingssche ma en die volgens de regeling, die thans in oveweging wordt gegeven. Verder blijkt uit de stukken, dat rekening is gehouden met een uitbreiding van het orkest met vier leden per jaar totdat de maximumbezetting, die volgens de Rijkssubsidienormen mogelijk is, is bereikt. Het moet namelijk voor het waar borgen van het peil van het orkest (met name in vergelijking met de andere orkesten in het .land) noodzakelijk worden geacht deze versterking in de ko mende jaren tot stand te brengen. Uit het bovenstaande en uit de bijlagen kunt u afleiden, dat bij ver wezenlijking van de thans gedane suggesties omtrent de verdelingssleutel de aandelen van de Provincie en van de gemeente Leeuwarden aanzienlijk zullen toenemen en dat de "overige gemeenten", relatief gezien, belangrijk minder zwaar zullen worden belast. Het streven naar herstel van de gezonde financiële basis zal echter slechts slagen, indien alle bij het voortbestaan van het orkest belang heb bende publiekrechtelijke lichamen zich ook inderdaad gebonden achten tot een bijdrage als van hen verwacht mag worden. Het is het Frysk Orkest onmogelijk een goed beleid (o.a. ten aanzien van de personeelsvoorziening) te voeren op een zo wankele basis als een van jaar tot jaar te bepalen subsidiëring. Een bepaalde continuïteit met betrekking tot het in totaal te verwachten subsidie bedrag is daarvoor onmisbaar. Uit deze gedachtengang is voortgevloeid de aandrang om die binding van de subsidiërende lokale lichamen te zoeken in een gemeenschappelijke regeling met toepassing van artikel 23 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Een dergelijke regeling behoeft slechts zeer eenvoudig van opzet te zijn. De in stelling van organen (en nog minder de vorming van een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam) is niet nodig. Derhalve zal van overdracht van bevoegdhe den ook geen sprake zijn. De totstandkoming van een dergelijke regeling kan snel geschieden, goedkeuring is niet vereist (zie artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelin gen) - Het ontwerp -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 108