Hij stelt voorops dat deze gemeente in het verleden wel behoorlijke bedra
gen beschikbaar stelde De kosten van aanschaffing van leermiddelen worden
steeds hoger en het beschikbaar gestelde bedrag is niet in gelijke mate op
gevoerd. Het zou eigenlijk f. 20,per leerling moeten zijn. Zover wil spre
ker niet gaan. Hij stelt voor het bedrag van f. 16,te verhogen tot f. 17,—
en dat van f. 15,tot f. 16,Deze verhoging zal een hogere uitgaaf ver
gen van f. 820 Op de post onvoorzien is nog een bedrag van f. 5^00,
waarvan wij deze uitgaaf kunnen betalen.
De heer Moedt merkt op, dat men uit de samenvatting van inkomsten en uit
gaven van het openbaar lager en het bijzonder lager onderwijs de conclusie
kan trekken, dat daarop een overschot is. Dat geeft de indruk, dat daarmee de
tekorten op andere diensten worden gedekt. Als dat zo is, dan zal aan het onder
wijs tekort worden gedaan.
De heer de Boer zegtnaar aanleiding van de opmerking van de heer Moedt
dat de kosten van het vakonderwijs (gymnastiek) voorheen drukten op het open
baar lager onderwijs en op het u.l.o.-onderwijs. Door een reorganisatie van
het gymnastiekonderwijs zijn alle kosten hiervoor overgeheveld naar het u.l.o..
De heer Moedt dankt de heer de Boer voor deze toelichting. Maar ook dat
buiten beschouwing latende, is er toch nog een overschot, zegt spreker.
De voorzitter antwoordt, dat de zask vrij ingewikkeld lijkt. Hij kan de raad
echter gerust stellen ten aanzien van het vermeende overschot op de onderwijs
uitgaven. Met nadruk verzekert hij, dat alle vergoedingen en rijksuitkeringen,
welke voor het onderwijs worden ontvangen, ook werkelijk aan het onderwijs
worden besteed. Er moet zelfs nog op toe gelegd worden. Ter illustratie somt
spreker een aantal zaken op, welke het onderwijs betreffen en waarvoor gener
lei of een gedeeltelijke vergoeding wordt verkregen, o.m. het vakonderwijs en
het zwemonderricht (kosten f. 2000,geen bijdragen van het rijkj
vervoerskosten leerlingen (art. 13 L.o.-wet) f. 9000,waarin het rijk Q0%
bijdraagt, de gemeente resteert met 20^} gymnastieklokalen: komen alleen voor
rijkssubsidie in aanmerking als ze volledig bezet zijn. De lokalen in Warga
en Roordahuizum, die niet volledig bezet zijn, vormen dus een verliespost.
Van de 10 leslokalen der U.L.0.-school zijn wegens daling van het leerlingen
tal sedert 1959 7 in gebruik: gevolg lagere uitkeringen. De lasten blijven
echter gelijk. En zo kan ik wel doorgaan, zegt spreker. Als men al deze uit
gaven, die ook voor het onderwijs worden gedaan, in aanmerking neemt, dan zal
blijken, dat er geen overschot is, maar een tekort.
De heer Moedt zegt, dat de zaak hem nu wel duidelijk is. Hij dankt de voor
zitter voor deze toelichting.
Mevrouw Spijkstra zou graag zien, dat een bedrag voor het handwerkonderwijs
werd uitgetrokken van f1per leerling.
De voorzitter antwoordt, dat het rijk in deze kosten geen bijdrage geeft.
Tot de heer Vledder zegt spreker, dat men uitermate voorzichtig moet zijn met
de post Onvoorzien. Wij zitten voor tal van uitgaven, waarvoor enige
reserve noodzakelijk is, om een beroep te kunnen doen op de post
Onvoorzien. Het getuigt van geen goed financieel beleid, wanneer men deze post
bij de aanvang van het begrotingsjaar al 'versnoept". Hij hoopt, dat het
'olieprijs voordeel" zo blijft. Er bestaat echter ook kans, dat de olieprijs
zal stijgen.
De heer Moed.t zegtdat het hem minder gaat om de totaalbedragen van de be
trekkelijke posten. Tegen de specificatie heeft hij bezwaar.
Hierna wordt op verzoek van de heer Prange de vergadering geschorst.
Na heropening der vergadering stelt de heer Vledder voor, ter dekking van
de door hem voorgestelde verhoging van het leermiddelen bedrag met f. 820,—
de navolgende uitgaafposten te schrappen:
Post k2k. Bijdrage aan het studiefonds f. 750
(Conform het voorstel van de Financiële Commissie).
Post 312. Kosten oudercommissie u.l.o. f. 125,--.
Post 35.2. Kosten spiritus f. 100,
(Deze post acht spreker overbodig).
Post U36. Voorlichting inzake beroepskeuze f. 1Ó0,
- De voorzitter -
