- 16 -
De voorzitter antwoordt, dat B. en W» bezwaar hebben tegen schrapping van
post 312, omdat uit die post ook worden betaald de reiskosten van leraren
voor contacten met de ouders in de overige dorpen der gemeente. Post 352
dient eveneens te worden gehandhaafd. Met de schrapping van de bijdrage aan
het Studiefonds ad f. 750,— en van de post ^36 inzake de beroepskeuze
voorlichting ad f. 160 gaan B. en W. akkoord.
De heer Moedt informeert, of de verhoging van het leermiddelenbedrag
automatisch doorwerkt voor het bijzonder lager onderwijs.
De voorzitter bevestigt dit.
Hierna wordt het voorstel Vledder tot verhoging van het leermiddelenbe»
drag met f1per leerling en de schrapping van de posten h2k (studie
fonds en U36 (Voorlichting beroepskeuze) zonder hoofdelijke stemming aange
nomen
De heer Vledder merkt op, dat op de post 312, kosten oudercommissie u.l.o.
in 1965 slechts f. 22,is uitgegeven. Is er in dat jaar misschien geen
oudercontact geweest?
De voorzitter antwoordt, dat B. en W. in een volgende vergadering zullen
meedelen of deze post nodig is, zo ook de post 352.
Posten 262 en 310. Kosten van schoolbibliotheken o.lo. en u.l.o.
De heer Vledder is tegen de schrapping van deze posten. Hij vraagt zich af,
of de raad volgens de wet niet verplicht is voor schoolbibliotheken een bedrag
te ramen. De schoolbibliotheek is een middel om de kinderen met het lezen van
boeken vertrouwd te doen geraken en zodoende de drempelvrees voor de openbare
bibliotheek te overwinnen. De onderwijzer oefent toezicht uit of de leerlingen
boeken lezen. Door afschaffing van de schoolbibliotheek zal die verantwoorde
lijkheid zich verleggen tot schade van het onderwijs. De door B. en W. ge
geven argumentering gaat niet op. Wil men bezuinigingen toepassen, dan is dat
misschien mogelijk door coördineren in overleg met de hoofden der scholen.
In dit verband denkt spreker aan een centrale filmdienst en handenarbeid-
beoefening. Ditzelfde geldt bij het u.l.o. in versterkte mate. Op grond van
een en ander stelt spreker voor de post: Bibliotheken te handhaven. Dit voor
stel wordt ondersteund door de heer Van Essen.
De heer Van de Lageweg zegt, dat uit het betoog van de heer Vledder blijkt,
dat hij onderwijzer is. Het hangt helemaal van de interesse van het kind af,
of dit tot regelmatig lezen te bewegen is. Als deze interesse niet aanwezig
iskan de onderwijzer er ook weinig aan doen.
De heer Moedt is het met de motivering van het college eens. Vooral tegen
de achtergrond van de begrotingspositie zal de post Onvoorzien door het voor
stel -Vledder teveel worden aangetast. Hij acht dit bedenkelijk.
Mevrouw Spijkstra stelt zich achter het voorstel Vledder.
De voorzitter zegt in zijn antwoord, dat B. en W. alle posten minitieus
hebben nagegaan en alles geschrapt hebben, wat niet efficiënt is. Daaronder
val naar de mening van het college ook de post bibliotheken. Volgens het hoofd
der u.1o.-school worden voor de u.l.0.-bibliotheek ook aangeschaft standaard
werken en naslagwerken, bestemd voor de docenten. De uitgaven daarvoor be
horen echter niet uit deze post te worden bestreden. Indien een vergelijking
zou worden gemaakt met de 28 u.l.0.-scholen in Friesland, dan kan wat de
voorzieningen betreft de u.l.o. te Grouw de toets der kritiek wel doorstaan.
De Stichting Lectuurvoorziening kost de gemeente jaarlijks f. 15.000,
Wij hebben ons afgevraagd of wij eigenlijk niet twee dingen doen met het
zelfde doel. Grouw heeft een goede bibliotheek en de bibliobus bezoekt regel
matig de overige dorpen. Het is een verheugend verschijnsel, dat het aantal
jeugdige lezers voortdurend stijgt. Als uitgangspunt hebben B. en W. gesteld:
alleen die uitgaven doen, welke beslist noodzakelijk en doelmatig zijn.
De ouders dienen de kinderen het begrip van de openbare bibliotheek bij te
brengen, en te trachten de drempelvrees bij hen te doen overwinnen.
De heer Vledder zegt tot de heer Moedt, dat de post Onvoorzien aanvanke
lijk f. 5^+00,- bedragende, gestegen is tot f. 9.000,— Het bevreemdt hem,
dat deze nu bezwaar maakt tegen deze uitgaaf.
- De voorzitter -