De voorzitter meentdat het er niets toe doetof de post Onvoorzien f. 5^00,— of f. 9000bedraagt. Bij een begroting van 3l miljoen is het een druppel op een gloeiende plaat. De heer Vledder repliceert, dat de uitgaaf verantwoord is, zolang zij bin nen de post Onvoorzien mogelijk is. Ket niet-aanvullen van de schoolbibliotheek zal een handicap betekenen voor de leerlingen, die voor het examen boeken moe ten lezen. Voorts is het zeer de vraag, of de bibliobus zo kan rijden, dat de jeugd er gebruik van kan maken. Wanneer de leesgewoonte onder de jeugd toe neemt, is dat een gevolg van het lezen in schoolverband. Er zijn leerlingen, die met een duwtje tot lezen gebracht moeten worden. Dat kunnen de onder wijzers beter doen dan de ouders. De voorzitter antwoordt, dat het betoog van de heer Vledder de essentie van het probleem niet weerlegt. Men moet naar het totale beeld zien. Instel ling van een nieuwe maatregel brengt mede, dat andere maatregelen moeten ver vallen. Daarom handhaven B. en W. de schrapping. De heer Menger suggereert de bibliobus onder schooltijd te laten komen. Dan heeft de onderwijzer er toch enig toezicht op. De voorzitter'Als dat in de praktijk mogelijk is. is daartegen geen be zwaar Het is echter niet zo eenvoudig, omdat de bibliobus haar schema heeft. De heer de Boer zou graag zien, dat er met de schoolhoofden overleg wordt gepleegd over de vraag of hier een rationele bezuiniging kan plaats hebben. De voorzitter antwoordt, dat daartegen geen bezwaar bestaat, voorzover het de suggestie van de heer Vledder betreft over de beoefing van handenarbeid en het geven van filmvoorstellingen. Voor de bibliotheekpost moeten wij echter nu ons standpunt bepalen. Het voorstel van B. en W. (handhaving van de schrapping van de posten 262 en 310) wordt hierna aangenomen met 7 tegen 5 stemmen. Tegen stemmen: Mevrouw Spijkstra en de heren Vledder, Bakker, de Boer en Van Essen. Post. 266. Beloning aan onderwijzers voor het bezit van de Friese akte. De heer Vledder zegt, dat het nu gaat om de- datum van invoering van de nieuwe regeling voor de beloning van de Friese akte. Hij stelt voor de datum van in voering te bepalen op 1 januari 1967» De voorzitter antwoordtdat B. en W. op het standpunt staan de regeling thans nog niet in te voerenomdat het een te zware last voor de gemeente be tekent, ook al omdat het een groep betreft, die tot het hoogst gesalarieerde personeel behoort. De huidige regeling geeft voor deze akte een matige be loning. Verhoging zou naar zijn mening gelijk staan met water naar de zee dragen. Hij adviseert de raad deze post te verwijzen naar de begroting voor 1968. De heer Vledder herinnert er aandat in de vorige vergadering gesteld is dat de regering veel bedisselt, maar als het er op aankomt de maatregelen te honoreren, zij niet thuis geeft. De voorzitter heeft dat een politiek dualisme genoemd, dat weinig fraai is. Dat zelfde dualisme constateert spre ker thans bij de voorzitter. Hij gelooft niet, dat het juist is in het geding te brengen dat de belanghebbenden al een salaris hebben. Als men dit als maat staf neemt, ziet men de gekste dingen. Er zijn heel wat personen, die veel verdienen en toch nog nevenfuncties bekleden. Het gaat alleen om de vraag: wat doen ze er voor. De voorzitter antwoordt, dat hij beslist niet op het standpunt staat de sa larissen als sluitpost van de begroting aan te merken. Men moet niet gaan over drijven. De Friese akte is een eenvoudige akte, die niet opweegt tegen de akte wiskunde l.o. De heer Vledder is het niet met de voorzitter eens en wijst hem op de op somming van de akten in de wet. Hierna wordt het voorstel Vledder verworpen met 2 stemmen voor en 11 tegen. Voor stemmen de heren Vledder en Van Essen. De paragrafen 2 en 1» worden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. - Post 350 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 37