- 2 -
Artikel 6.
De gebouwen,, bedoeld in artikel 8, sub b, worden, wat betreft het
bedrag van het daarvoor verschuldigde recht gelijkgesteld met percelen,
waarvan de huurwaarde f 200,tot f U00,bedraagt.
Artikel 7
Indien het over enig jaar krachtens deze verordening verschuldigde
recht wordt berekend naar de huurwaarde volgens de personele belasting,
dan geldt als maatstaf de huurwaarde over het op 1 januari van dat jaar
lopende belastingjaar van de personele belasting.
Artikel 8.
De rechten, bedoeld in de artikelen tot en met 7 zijn verschuldigd:
a. door de persoon, die als hoofdbewoner van het betrokken perceel behoort
te worden beschouwd*.
b. door de hoofdbewoner of gebruiker van openbare en andere van de perso
nele belasting vrijgestelde gebouwen.
Artikel 9-
1. De rechten zijn in enig jaar slechts over zoveel kalenderkwartalen -
een gedeelte van een kwartaal voor een geheel gerekend - verschuldigd
als van de in artikel 1 bedoelde diensten gebruik is gemaakt.
2. Burgemeester en wethouders verlenen degene, die in de loop van het
belastingjaar geheel of ten dele ophoudtbelastingplichtig ingevolge
deze verordening te zijn, ontheffing van de betaling van het recht,
bedoeld in artikel eerste lid en artikel 5, over zoveel volle kwar
talen als na het eindigen van de belastingplicht nog in dat jaar over
blijven.
3. De in het tweede lid bedoelde ontheffing wordt alleen verleend op
schriftelijk verzoek van de belanghebbende, ingediend binnen twee maan
den na de dag, waarop het recht op ontheffing is ontstaan dan wel in
dien het aanslagbiljet eerst na verloop van die termijn is uitgereikt,
binnen twee maanden na de datum van uitreiking van het aanslagbiljet.
Artikel 10.
Indien de belastingplichtige niet in staat isanders dan met buiten
gewoon bezwaar de belasting of de volle belasting te betalen, kan de be
lasting op verzoek van de belastingplichtige door burgemeester en wethou
ders nadat de gemeente-ontvanger daaromtrent is gehoord, geheel of gedeel
telij!: worden afgeschreven.
Artikel 11
Hij, die van de in artikel 1 omschreven diensten gebruik wil maken,
richt een daartoe strékkend verzoek tot de directeur van gemeentewerken.
Artikel 12.
1. Van de in artikel k, eerste en derde lid en artikel 5 bedoelde rechten
worden zo spoedig mogelijk na de aanvang van het belastingjaar door
burgemeester en wethouders kohieren opgemaakt en vastgesteld.
2. De kohieren worden dadelijk, nadat zij zijn vastgesteld, aan de ge
meente-ontvanger ter invordering gezonden.
- Artikel 13. -