- 2 - 3. Indien iemand ophoudt vergunninghouder te zijn, geeft hij daarvan binnen 14 dagen kennis aan burgemeester en wethoudersIn geval van overlijden van een vergunninghouder rust de in de vorige volzin bedoelde plicht tot kennisgeving op zijn rechtsopvolger(sonder algemene titel» 1*. Ieder aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt, is verplicht de daarin gestel de vragen duidelijk, stellig en naar waarheid te beantwoorden, de aangifte met zijn handtekening te bekrachtigen en het biljet binnen een maand na de datum van uitreiking ter gemeentesecretarie in te leveren» Burgemeester en wethouders kunnen op schriftelijk verzoek deze termijn verlengen» 5» Indien een aangiftebiljet is uitgereikt aan een rechtspersoon, dan rusten de in de vorige twee leden genoemde verplichtingen op de bestuurders Artikel 7 Inzage boeken en bescheiden Ieder die verplicht is aangifte te doen, is desgevraagd gehouden aan burge meester en wethouders of aan door dezen aan te wijzen ambtenaren of deskundigen mondeling of schriftelijk nadere inlichtingen te verstrekken en inzage te ver lenen var., boeken en andere bescheiden, welke tot staving van de aangifte kunnen dienen of waarvan de kennisneming anderszins voor de aanslagregeling dienstig wordt geoordeeld. Artikel 8. Ambtshalve aanslag Indien niet, niet tijdig of niet volledig is voldaan aan de bepalingen van artikel 6, derde en vierde lid, en artikel 7, wordt - onverminderd het bepaalde in artikel 20 - bij de vaststelling van de aanslag uitgegaan van een geschatte omzet. Artikel 9 Kohieren 1. Ten behoeve van de heffing van de belasting worden kohieren opgemaakt welke de gemeente-ontvanger ter invordering worden toegezonden. 2. De gemeente-ontvanger zendt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het kohier, gedagtekende aanslagbiljetten aan hen, die ingevolge het kohier belasting verschuldigd zijn. Artikel_10 Ambtshalve vermindering of vernietiging Een onjuist vastgestelde aanslag kan ambtshalve worden verminderd of vernie - V* tigd zolang niet drie jaren sedert het einde van het belastingjaar zijn verstreken. Artikel 11 Teruggaaf Indien een aanslag bij onherroepelijk geworden beslissing of ambtshalve is verminderd of vernietigd, wordt het teveel betaalde binnen een maand aan de be langhebbende teruggegeven» Artikel J2. navordering: 1. Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten onrechte is afge zien van het vaststellen van een aanslag of een te lage aanslag is opgelegd, dan wel een aanslag ten onrechte is verminderd of vernietigd, kan de te weinig geheven belasting worden nagevorderd, zolang niet drie jaren sedert het einde van het belastingjaar zijn verstreken. 2. Het na te vorderen bedrag wordt met het viervoud daarvan verhoogd, tenzij op grond van dwaling, verschoonbaar verzuim of niet aan de belastingplichtige te wijten oorzaken, redenen aanwezig zijn om van het toepassen van de verho ging af te zien. - Artikel 13.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 51