15 Adres van de Nationale Commissie tegen het Alcoholisme te Utrecht inzake de mogelijkheid van beperking van het alcoholgebruik GEMEENTE IDAARDIiRADEEL GROUW No. 2kQ9Aan de gemeenteraad. Grouw, 7 november 1967= In een tot de raad gericht rondschrijven vijst de Nationale Commissie tegen het alcoholisme te Utrecht er op, dat op 1 november 1967 de Drank- en Horecawet in werking zal treden, waardoor de thans nog van kracht zijnde Drankwet 1931, Stbl. 1+76 zal worden ingetrokken, terwijl alle daarop steunen de gemeentelijke verordeningen zullen komen te vervallen. Adressante merkt op, dat in de loop der jaren tal van gemeentebesturen de behoefte hebben gevoeld, gebruik te maken van de mogelijkheden die de Drankwet 1931Stbl. 1+76 hun bood, om het gevaar van alcoholmisbruik tegen te gaan door aan de verkoop van alcoholhoudende dranken verder gaande be perkingen te stellen dan in de wet zelve waren neergelegd. Gedacht wordt daarbij aan het op verzoek van de raad vastgestelde Kroon-maximum voor ver gunningen en verloven As de vaststelling van wijk-maximainvoering van droge Sb» wijken, maar ook aan het stellen van nadere lokaliteitseisen en aan beperken de voorwaarden t.a.v. de gelegenheid tot dansen, het maken van muziek e.d. in inrichtingen waar alcohol verkrijgbaar is Sommige van deze mogelijkheden zullen door de inwerkingtreding van de Drank- en Horecawet per 1 november 1967 wegvallen. Aangezien de nieuwe wet niet langer een maximumstelsel voor het aantal inrichtingen voor de verkoop van alcoholhoudende dranken kents zal een ieder, die aan de gestelde vesti gingseisen krachtens de Drank- en Horecawet voldoet en aan wie door burge meester en wethouders een vergunning is verleend, voortaan in beginsel alle alcoholhoudende dranken, dus ook sterke drank mogen verkopen of verstrekken. De Nationale Commissie tegen het Alcoholisme ziet, gelet op het feit, dat het alcoholverbruik per hoofd der bevolking in Nederland reeds gedurende een aantal jaren voortdurend stijgt, de te verwachten uitbreiding van het aantal verkoopgelegenheden met diepe bezorgdheid tegemoet. Zij doet dan ook een ernstig beroep op de raad in ruime mate gebruik te maken van de bevoegdheid tot het treffen van aanvullende maatregelen. Adressante denkt daarbij aan het stellen van nadere inrichtingseisen, het verstrekken van alcoholhoudende drank aan de openbare weg, op café-terrassen, het stellen van een leeftijdsgrens, hoger dan 16 resp. 18 jaar voor het ver strekken van alcoholhoudende drank, het dienst doen van vrouwelijk personeel, het dienst doen door jeugdige personen in inrichtingen voor de verkoop van alcoholhoudende dranken, alsmede het opleggen van voorwaarden, te verbinden aan een toestemming om gelegenheid tot dansen te geven. In het bijzonder dringt de commissie er op aan, gebruik te maken van de mogelijkheid, die artikel 18, 1e lid van de nieuwe wet biedt om: a. in jeugdlokalen en in clubhuizen op sportterreinen e.d. de verkoop van alle alcoholhoudende dranken te verbieden: b. eenzelfde verbod te stellen voor kantines van kampeerterreinen, voor cafetaria's, e.d. of - indien dit te ver zou gaan - dan toch in elk geval in zodanige inrichtingen geen verkoop van sterke drank toe te staan. Tenslotte meent de Commissie nog aandacht te moeten vragen voor artikel 73, lid 1, dat de mogelijkheid biedt om - indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven - voor een deel der gemeente en uiterlijk tot 1 januari 1975 hetzij de verstrekking van sterke drank, hetzij de verstrek king van alle alcoholhoudende dranken te verbieden dan wel zulke verbodsbe palingen vast te stellen voor inrichtingen van een bij verordening aan te wijzen aard. Naar aanleiding van dit adres, dat bij de raadsstukken voor u ter in zage ligt, mogen wij het volgende opmerken. De nieuwe Drank- en Horecawet, welke op 1 november 1967 in werking is getreden kent geen maximum-stelsel meer. - Een ieder -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 57