- 2 Genoemde N.V. begint met er op te wijzen dat het bepaald geen wonder is5 dat in 1966 60# van de door de N.V. gebouwde woningen was bestemd voor be woners met een inkomen boven de sociale loongrens, maar de suggestie, als zou het Bouwfondsdoor andere woningen te doen bouwen zich tot andere bevolkings groepen richten dan vroeger, berust niet op feiten. Het zijn niet de woningen, die wezenlijk veranderd zijn, maar de woonlasten en daardoor - helaas, in on gunstige zin - de mogelijkheden voor de bevolkingsgroepen met een inkomen be neden de sociale loongrens Het Bouwfonds stelt in haar brief dat in 1956 een bouwer met een inko men van 5.000,(toen 1.000,beneden de loongrens) en een inbreng van eigen geld van plm. 15# van de stichtingskosten van 16.200, een jaarlijkse last (annuïteit van de U#-lening van 85# van 16.200,--) kreeg te dragen van 800,--- of wel 16# van zijn inkomen. Voor de bouw van een vergelijkbare woning van 1966 bedroeg die last (bij een 7#-lening van 85# van 21+.900, per jaar 2.007, Gebaseerd op 16# van het inkomen, zou derhalve een jaarinkomen nodig zijn geweest van 100/16 x 2.007, - 12.5OO,— of 1.000,- hoger dan de loongrens in 1966 In dit licht bezien acht het Bouwfonds het nog verheugend, dat in 1966 1+0# van de deelnemers met een inkomen beneden de sociale loongrens een woning heeft gebouwd. Reeds vanaf het begin heeft het Fonds steeds bemiddeld bij de bouw van een aantal duurdere woningen, de laatste jaren in hoofdzaak bij typen bungalows van het bouwsysteem B.G., een systeem, dat reeds 10 jaar geleden werd ontwikkeld Van de in 1966 gebouwde bouwfondswoningen, kwam 70# nog voor een premie in aanmerking, zodat deze groep zonder twijfel als eenvoudige woningen kan worden beschouwd. In vele gevallen kon de premie alleen om redenen van contingering of in verband met de te hoge grondprijzen niet worden verkregen. De suggestie, dat de gemeentelijke aandeelhouders in het Bouwfonds tegenstrijdige belangen zouden hebben met de bouwondernemers die - door de gronduitgifte - mee van hen afhankelijk zijn, acht het Bouwfonds absurd. De ervaring heeft geleerd, dat het Bouwfonds bij de gronduitgifte door de gemeenten beslist geen bevoorrechte positie inneemt ten opzichte van de bouwondernemers. Van de khb63 in 1966 binnen het werkgebied van het Bouwfonds gebouwde woningen, werden slechts 1+792 Bouwfondswoningen gesticht. Het Bouwfonds adviseert dan ook de brief van de raad van Bouwonderne mers voor kennisgeving aan te nemen. Naar aanleiding van bovenstaande uiteenzettingen mogen wij het volgende opmerken. Krachtens artikel 2 van de in 1966 gewijzigde Statuten van het N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten is het doel van de vennootschap, werkzaam te zijn in het belang van de volkshuisvesting in het algemeen en van het eigen- woningbezit in het bijzonder en wel door onder meer: a. het verstrekken van hypothecaire leningen; b. bij liet verlenen van technische diensten ter zake van de bouw van woningen. Men zou kunnen zeggen, dat de directie van het Bouwfonds in de laatste jaren te ver is afgedwaald van haar oorspronkelijk streven de sociale woning bouw te bevorderen, omdat men door het bouwen van duurdere woningen zich meer begeeft op het terrein van de ondernemer. Inderdaad heeft de N.V. zich in de loop der jaren in een richting ontwikkeld, die men zich vermoedelijk direct niet heeft gedacht. De hiervoor aan te wijzen oorzaken zijn de complexbouw, die een andere werkwijze noodzakelijk maakte, de industriële bouw, die dwong tot schaalvergroting, maar vooral de hoge hypotheekrente, die het op dit moment voor de kleine man onmogelijk maakt op een zodanige wijze te bouwen, dat de daaruit voortvloeiende lasten in zijn budget passen. Door de stijging van de grond- en bouwkosten is de onderste bevolkingslaag, waarvoor het Bouwfonds werkte, grotendeels weggevallen. Het wezenlijke verschil met de bouwondernemer ligt echter daarin, dat bij het Bouwfonds het winstmotief niet op de voorgrond treedt. Daarom bouwt het Bouwfonds op plaatsen, waar de bouwondernemer het laat afweten. Resumerende, menen wij te mogen vaststellen, dat het fonds zijn sociale doelstelling toch niet geheel heeft verlaten, ook al heeft het onder druk van de omstandigheden zijn koers moeten wijzigen. - Reeds

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1967 | | pagina 65