s:
18. Voorstel tot het verstrekken van een uitkering ineens
aan het gemeentepersoneel over 1967»
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 21+87.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 7 november 1967°
In zijn rondschrijven van 11 oktober 1967, nr° AB67/U2206, Dir. O.P.,
Hoofdafdeling O.P.Z., Afd. Bez„, Bur. IIdeelt de minister van binnenlandse
zaken mee. dat uit de thans beschikbare gegevens blijkt, dat de per 1 januari
1967 ingegane algemene salarisverhoging voor het overheidspersoneel is achter
gebleven bij de loonontwikkeling in het particuliere bedrijfsleven in de
periode van 1 juli 1966 tot en met 30 juni 1967Gerelateerd aan het huidige
salarisniveau bedraagt deze achterstand 1,6$.
Gezien het vorenstaande zal aan het rijkspersoneel over 1967 een
suppletie moeten worden toegekend. In verband met de gemiddelde ingangsdatum
van de verhogingen in het particuliere bedrijfsleven, welke iets voor 1 janua
ri 1967 ligt, zal deze uitkering 1,7$ moeten bedragen. Deze suppletie ware
te realiseren in de vorm van een uitkering ineens
Peildatum voor de berekening van de uitkering is 1 november 1967, dan
wel, indien betrokkene op die datum de hoedanigheid van belanghebbende niet
meer bezit, de laatste dag, waarop hij in het jaar 1967 belanghebbende was,
of indien hij die hoedanigheid na 1 november 1967 verkrijgt, de datum waarop
dit plaats vindt
Als uitkeringsbasis dient te worden genomen de op de peildatum gelden
de som van wedde en kindertoelage (inclusief de kinderbijslag) per maand,
vermeerderd met 6$ van die som. Onder wedde moet worden verstaan de wedde in
de zin van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 19^8.
Volgens dit schrijven dient de uitkering zo spoedig mogelijk te wor
den uitbetaald.
De minister verzoekt in zijn bovenaangehaalde brief ten behoeve van
het personeel in dienst der gemeente eenzelfde voorziening te treffen.
Het Centraal Orgaan, in overeenstemming met het gevoelen van de in het
centraal overleg vertegenwoordigende organisaties van overheidspersoneel be
veelt aan, het gestelde in de bovenaangehaalde brief van de minister van
binnenlandse zaken overeenkomstig toe te passen op het personeel der gemeen
te, zodat plaatselijk overleg achterwege kan blijven.
Aangezien de bezoldiging van het gemeentepersoneel, gelijk u bekend
is, is afgestemd op die van het rijkspersoneel, stellen wij u voor, een over
eenkomstige regeling te treffen en daartoe een besluit te nemen, waarvan het
concept bij de raadsstukken ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders
der gemeente Idaarderadeel
K.J.Vrijlingburgemeester.
D. Smits
secretaris.