- 8 -
Afscheid wethouder R. Wartena.
In verband met het afscheid van de heer Wartena als wethouder, spreekt de voor
zitter de volgende rede uit:
Mevrouw, Mijne Heren,
Het was vanavond de laatste keer, dat wij het raadslid de heer Wartena, als wet
houder in ons midden hebben.. U zult er, met mij, behoefte aan hebben een ogenblik
aandacht te schenken aan dit feit. Het tegendeel zouden wij ons ook niet kunnen per
mitteren, gezien de langjarige staat van dienst van de heer Wartena. Want de jaren,
zeker wanneer zij aaneengesloten meer dan een kwart eeuw overbruggen, dwingen op zich
zelf reeds respect af. De heer Wartena is n.l. in drieërlei opzicht de oudste in ons
midden.
Hij is, om te beginnen, de oudste in leeftijd. En voorts: niemand van ons, kan,
wat zijn zittingsduur in de raad betreft, in zijn schaduw staan. Met inbegrip van
vandaag, is hij onafgebroken 28 jaren en êén week lid van de raad. En ten derde,
wat het aantal jaren van zijn wethouderschap aangaat, kan hij evenmin door iemand
van U enigermate worden benaderd. Nu hij heden als wethouder is afgetreden, heeft hij
deze functie, op 5 dagen na, acht en een half jaar vervuld.
In deze drie opzichten mag ik hem dus, zonder terughouding, de record-houder van
de tegenwoordige raad noemen. Zelfs, op êén uitzondering na, van het gemeentelijk
personeel-, want het enige personeelslid op het gemeentehuis, dat reeds in functie was
toen U in de raad kwam en dat, gelukkig, nog steeds in functie is, is onze loco
gemeentesecretaris, de heer Schulp.
De heer Wartena werd lid van de raad op 5 december - op 5 december, sommigen
sullen zeggen: een typische Grouwster streek om op zo'n dag de raad te laten verga
deren - enfin, het was 5 december 1939 toen de heer Wartena, door de toenmalige
burgemeester, Mr. Renken, werd geïnstalleerd als lid van de raad. Dat is nog gebeurd
in het oude gemeentehuis aan het HalbertsmapleinHet was de tijd waarin de gemeente
secretaris, gekleed in zwarte jas en vadermoordenaar, eigenhandig met een kroontjes
pen in een dik boek de notulen schreef en die in de volgende raadsvergadering voorlas
Sinds die 5e december van 1939 tot heden, is er zoveel gebeurd in het bestuurlijke
terrein van de gemeentedat zelfs een zeer beknopte samenvatting daarvan nog teveel
tijd voor een toespraak zou vergen.
Slechts in enkele punten en vergelijkingen wil ik het gebeuren in die 28 jaar aan
duiden
Amper 5 maanden was U lid van de raad toen de oorlog uitbrak en de Duitsers ons
land bezetten. Dientengevolge heeft de raad van 18 augustus 19^1 tot 13 november 19^5
niet vergaderd. Het is, zonder twijfel, als raadslid voor U de moeilijkste periode
geweest
Op 13 november 19*+5 begon het bestuur van de gemeente weer een eigen vorm te krij
gen, met de installatie van de noodraad.
Die bleef fungeren tot op 23 september 19^6, toen voor het eerst na de oorlog weer
gemeenteraadsverkiezingen konden worden gehouden. U was lid van de noodraad en in die
10 maanden durende periode tevens wethouder, samen met de heer S.K. de Jong, die 21
jaren onafgebroken wethouder is geweest.
Vervolgens bent U dertien en een half jaar lid van de raad geweest tot 29 april
1960. Toen werd U opnieuw tot wethouder gekozen als opvolger van de heer Vriezema
die was overleden. Trouw en toegewijd hebt U tot vandaag deze functie vervuld.
Ik zou nu nog enkele vergelijkingen willen trekken tussen 28 jaar geleden en nu.
U hebt, ik tipte het al aan, in twee gemeentehuizen van Idaarderadeel gezeten.
Toen U lid werd van de raad, bedroegen de jaarlijkse uitgaven van de gewone dienst
rond 1+00.000, nu zijn zij gestegen tot omstreeks vier miljoen.
De gemeentebegroting in die jaren was in omvang slechts een klein dun boekje, dat
in een half uur was bekeken en gelezen. Nu is het een dik boekwerk met bijna T00
posten, dat verscheidene dagen kritisch bestuderen vereist voor het vormen van een
oordeel
De wethoudersfunctie van toen was, vergeleken bij thans, een ongecompliceerd
gegeven. Vandaar wellicht, dat de wethoudersvergoeding slechts 500,bedroeg en
nu U.250,
De geschiedenis van de afgelopen 28 jaar geeft geen enkele aanwijzing, dat U, het
zij als raadslid hetzij als wethouder, ooit aarzelde om de gemeente geldleningen te
la-ten sluiten voor het uitvoeren van belangrijke werken.
- De cijfers -