2 -
Voor 1967 kan de opbrengst van het tonnengeld bij de aanwezigheid van ge
middeld 375 tonnen worden gesteld op rond 15.600,Uitgaande van 275 ton
nen in 1968 moet de opbrengst volgens de bestaande tarieven dan worden ge-
schat op 2J|X/ „.goo,-. f 11.WO,-.
Op de tonnendienst drukt derhalve een tekort van 26.525,66 - 11.1*1*0,--
15.000.rond.
In het raam van de begrotingspositie voor 1968 achten wij handhaving van
dit tekort niet verantwoord. Haar onze mening zal dan ook met kracht gestreefd
moeten worden naar opheffing van de tonnendienst op korte termijn, al zal ten
behoeve van een aantal percelen, die ten gevolge van het ontbreken van riole
ring of andere oorzaken, nog niet van een closet kunnen worden voorzien, voor
lopig een beperkte eis aan de omstandigheden aangepaste dienstverlening op
dit punt in stand moeten worden gelaten.
Zal opheffing van de tonnendienst de_ remedie moeten zijn, dit neemt
niet weg, dat wij vooralsnog rekening dienen te houden met de feitelijke
situatie van het ogenblik. Dat betekent dan, dat de kosten van de tonnendienst
gesteld kunnen worden op gemiddeld 26.525,66 3^8 rond 75,-- per ton.
Aangezien de tonnendienst in stand moet worden gehouden ten behoeve van
een speciale groep van ingezetenen, ligt het naar het ons voorkomt voor de
hand, dat ook die speciale groep de kostprijs ad 75per ton moet op-
brengen
In afwijking van het vroeger ingenomen standpunt, zijn wij nader tot de
conclusie gekomen, dat er geen aanleiding bestaat, de gunstige uitzonderings
positie in de tariefstelling voor de bevolking van Roordahuizum te continueren.
Immers uit een ter zake ingesteld onderzoek is gebleken, dat ondanks het ont
breken van een riolering in Roordahuizum nog 1*0 percelen van een closet kunnen
worden voorzien. Anderzijds kan in 121 percelen in de rest van de gemeente
thans nog geen closet worden aangebracht (in Roordahuizum 51), terwijl de be
trokken bewoners wel het hogere tarief moeten betalen.
Teneinde deze onbillijkheden weg te nemen, achten wij het gewenst, dat
alle bewonersten behoeve waarvan de tonnendienst in stand wordt gehouden en
los van de vraag, of de aanleg van een closet al dan niet aanstonds mogelijk
is, de kosten van de dienst van gemiddeld 75,per ton betalen.
In dit verband hebben wij ons afgevraagd, of er geen aanleiding bestaat,
de grondslag van de huidige heffing te wijzigen. De personele belasting zal
namelijk binnen afzienbare tijd worden afgeschaft, zodat alsdan de inmiddels
verouderde huurwaarde-indeling niet meer zal kunnen worden gehanteerd.
Waar bovendien een groot deel der belanghebbenden (159 van de 331 perce
len) zich aan de betaling van de hogere belasting kan onttrekken door een
closet aan te brengen, achten wij het niet meer noodzakelijk, noch financieel
verantwoord, een gedifferentieerd tarief toe te passen. Invoering van een uni
form tarief van 75,per ton verdient naar onze mening, mede om redenen van
eenvoud, vooral wat de administratieve verwerking betreft, de voorkeur.
Bij een zodanig tarief en veiligheidshalve uitgaande van gemiddeld nog
275 percelen met een ton in 1968 - het aantal tonnen loopt uiteraard regelmatig
terug, terwijl de afboeking kwartaalsgewijze geschiedt - kan dan een opbrengst
worden verwacht van 275 x 75,f 20.625,
Zoals u bekend is, is er in de raad enige malen op aangedrongen, de belas
ting niet meer van de gebruiker te heffen, maar van de eigenaar van het per-
ceel, zulks om deze laatste te dwingen een closetinstallatie aan te leggen.
Hoewel dit theoretisch mogelijk zou zijn, menen wij te dien aanzien het
volgende te moeten opmerken:
a. Van de in bovenstaand overzicht genoemde 331 percelen kunnen nog 159 op een
of andere wijze van een closet worden voorzien. Van deze 159 percelen worden
slechts 67 of rond k2% door huurders, geen eigenaren zijnde, bewoond.
b. Een eigenaar, die geen installatie wil aanleggen kan men via de belasting
heffing daartoe niet dwingen. Dit kan echter wel door middel van een aan
schrijving ingevolge de bouwverordening, die voorschrijft, dat een woning,
die op de waterleiding is aangesloten, voorzien moet zijn van een privaat
met waterspoeling (artikel 319). Wij stellen ons voor, op korte termijn aan
de betrokkenen een aanschrijving te doen uitgaan.
- c-
