Het is heel mooi om in een centraal verwarmd, huis kleurendia's van bijvoorbeeld
oud-Grouw te vertonen, maar om zelf 52 weken in een verouderd en klein huis te moe
ten wonen, is heel iets anders.
In dit verband deelt de voorzitter meedat hij twee jaar geleden met een bekend
architect een gehele dag het dorp Grouw doorkruist heeft met de duimstok in de hand
om diens klacht, dat er in Grouw zoveel mooie pandjes door afbraak verloren dreigen
te gaan, aan de werkelijkheid te toetsen. Van zijn klachten was na afloop niets meer
overgebleven. Hij was door de onmogelijkheid nog iets van die oude huisjes te maken
dermate ontnuchterd, dat hij met de volgende ontboezeming afscheid nam: "Ik dank God
op mijn blote knieën, dat ik niet behoef waar te maken, wat ik u geschreven heb".
Gevolg geven aan de wensen van een particuliere monumentencommissie betekent, dat
wij het bestemmingsplan wel in de hoek kunnen vegen. Moeten wij dit accepteren en nog
wel van een commissie, waarvan wij het bestaan niet kennen en die plotseling komt op
duiken? Zij gaat haar brief al publiceren, nog voor degenen voor wie hij bestemd is
hem hebben ontvangen. Waarom niet van tevoren overleg gepleegd met burgemeester en
wethouders? Wellicht was er dan nog wel iets te bereiken geweest, zoals bijvoorbeeld
de plaatsing op de lijst van terpen in de Wildlanden, waartegen spreker niet het min
ste bezwaar heeft. De nu gevolgde methode is in strijd met de goede gebruiken.
De commissie gaat er bij voorbaat vanuit, dat burgemeester en wethouders wel niet naar
haar zullen willen luisteren. Laat haar dit eerst in een gesprek vaststellen, dan is
er altijd nog gelegenheid om haar zienswijze aan de raad mee te delen. De commissie
heeft zeer ontactisch gehandeld. De brief was al in de publiciteit gebracht, voordat
de meeste raadsleden hem hadden ontvangen. Het getuigt niet van goede stijl, wanneer
de raad officieel eerst 22 januari dus U dagen na de publicatie de brief ontvangt.
Dat geeft zo het idee, dat men het schok-effect als middel heeft willen gebruiken.
Om misverstand te voorkomen, zegt spreker, dat, hoewel burgemeester en wethouders
voorzichtig zijn in hun adviezen ten aanzien van plaatsing van gebouwen op de monumen
tenlijst daaruit niet de conclusie mag worden getrokken, dat het college van oordeel
is, dat al het andere dan maar afgebroken moet worden. Integendeel, burgemeester en
wethouders waken tegen rigoreuze afbraakpolitiekVele bouwplannen worden geweigerd
of gewijzigd, als de bouw of de verbouw niet in de omgeving past. Met welstandseisen
wordt terdege rekening gehouden.
DrsPrange zegt, dat het weer het oude liedje is. Als men het niet eens is met
burgemeester en wethouders, dan is men arrogant of ontactisch. Hij heeft de brief wel
op tijd ontvangen en er niets arrogants in kunnen vinden. Spreker voelt er voor met
de monumentencommissie te praten en stelt zich achter het voorstel-Bakker
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders er niets voor voelen naar
de commissie te gaan. Als de commissie behoefte heeft met het college te praten, dan
moet zij zich maar melden. Er ligt een voorstel van burgemeester en wethouders die
dat handhaven. Zij zijn van oordeel, dat de commissie, die geen enkele verantwoorde
lijkheid draagt of kan dragen, in haar adres overvraagt.
De heer Van der Hem vraagt schorsing van de vergadering.
De heer Moedt vraagt of plaatsing van een gebouw op de lijst betekent, dat er geen
terug meer mogelijk isIs het moeilijk om toestemming en subsidie te verkrijgen
van de Minister voor verbouw? Spreker doelt op de boerderij, bewoond door A.Roorda,
in verband met eventuele verbouwplannen.
voorzitter antwoordt, dat er na definitieve plaatsing op de lijst practisch
geen terug meer mogelijk is. Wel is het in beginsel mogelijk afvoering te verzoeken.
Maar in de practijk valt dit niet mee. Daarom willen burgemeester en wethouders de
plaatsing van boerderijen op de lijst beperken tot die gebouwen, welke historische
waarde heoben en de rest er buiten laten. Voor verbouw, geen restauratie zijnde, is
vaak heel moeilijk toestemming te verkrijgen. Plaatsing op de lijst staat verbouw en
modernisering van boerderijen in de weg en betekent een belemmering de economische
mogelijkheden van het bedrijf te ontwikkelen.
DrsPrange meent, dat het leven niet alleen bestaat uit economie.
Devoorzitter merkt op, dat de economie welhet leven betaald. Overigens gelooft
hij niet, dat de heer Prange twaalf maand^rTvan het jaar in de Wijde Steeg zou willen
wonen.
De heer Vledder zegt, dat hij totnutoe heeft gezwegen over dit punt. Aangezien hij
niet graag ziet, dat een verkeerde conclusie wordt getrokken, deelt hij mee dat het
voorstel van burgemeester en wethouders geen minderheidsnota ismaar met eenstemmig
heid tot stand is gekomen. Nadien is deze zaak in de publiciteit gekomen. Spreker uit
kritiek op de houding der commissie, die van haar bestaan tevoren had moeten doen
blijken. - Hij conformeert -