11Memorie van antwoord op de rapporten van de afdelingen van de raad betreffende het onderzoek van de begrotingen voor het dienstjaar 1968. GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW No. 252. Aan de gemeenteraad. Grow, 6 februari 1968. Naar aanleiding van de door de afdelingen uitgebrachte rapporten be treffende het onderzoek van de begrotingen voor het dienstjaar 1968 mogen wij u het volgende berichten. Eerste afdeling. Bezoldiging ontvanger. Het zal u bekend zijn., dat de bezoldiging van de gemeente ontvanger door Gedeputeerde Staten., nadat de raad is gehoord, onder goedkeuring van de Kroon wordt bepaald. Het horen van de raad is echter een farce geworden. In de practijk stelt de Minister van Binnenlandse Zaken de maximale normen te voren vast, waaraan Gedeputeerde Staten zich refereren. In verband hiermede waren enkele in het verleden door u gedane pogingenom de bezoldiging van de ontvanger op het niveau te brengen van die van de commies A (basiswedde thans 16.020,-»-) tot mislukking gedoemd. Wij zijn met u van oordeel, dat de bezoldiging van de ontvanger geen ge lijke tred heeft gehouden met de belangrijkheid en de omvang van de functie. In gevallen, waarin dat mogelijk is, zullen wij dan ook gaarne onze medewerking geven aan het optrekken van de hierbedoelde bezoldiging. In dit verband denken wij mede aan een verhoging van de vergoeding, welke de ontvan ger geniet als kassier van de bedrijven. Bij de eerstvolgende wijziging van de bezoldigingsverordening hopen wij op deze zaak terug te komen. Vergoeding bijzondere scholen voor onderhoudswerk. In de ramingen op de volgnummers 25^ en 258 is rekening gehouden met een gemiddeld uurloon van 6 UU (basis 1 juli 1967) voor door het gemeente personeel verricht onderhoudswerk. Het werkelijke uurloon, inclusief sociale lasten, heeft 6 98 bedragen. Hoewel de toegestane loonsverhoging voor 1968 voorlopig op 2% is bepaald zal, mede gezien de verhoging van de IZA-premiede verhogingen van de AOW en AKW premiealsmede de invoering van een minimum plafond in de vakantie toelage en de premiekosten van de Algemene wet op de bijzondere ziektekosten de verhoging wellicht op 3% moeten worden vastgesteld. In verband hiermede lijkt het ons verantwoord, bij de berekening van de vergoeding per leerling, voor de lonen van het gemeentepersoneel ui"c te gaan van een gemiddeld uurloon van f 6,98 plus 5% of 7,33. Dit bedrag kan wegens kosten van toezicht worden verhoogd met 6% terwijl voor kosten van gereed schappen en administratie nog eens k% kan worden bijgeteld, zodat het gemid delde uurloon, voor de toepassing van artikel 55bis der Lager-onderwijswet 1920, nader kan worden vastgesteld op f 8,06. Voor de nadere berekening van het bedrag per leerling (volgno. 370) wordt verwezen naar ons desbetreffende voorstel. De ontwerp-begroting is door middel van een wijziging aan deze verhoging aangepast. Beloning Fryske Akte Zoals u bekend is, heeft de raad in zijn vergadering van 11 januari 1967 besloten, de door de 'Provinsiale Underwiisrie fan Fryslan': voorgestelde ver goedingsregeling te aanvaarden doch de datum van ingang nader te bepalen bij de behandeling van de begroting voor 1967 of één der volgende begrotingen. Deze regeling komt er, globaal gesproken, op neer, dat een beloning wordt ge geven aan de onderwijzers voor: a. het bezit van de Fryske Akte ten bedrage van de helft van het verschil tus sen het salaris en het salarisvermeerderd met de opvolgende periodieke verhoging;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1968 | | pagina 75