2
b. aan de onderwijzerssub a. bedoeld, die volgens het leerplan onderwijs in
het Fries geven, het gehele verschil als onder a. omschreven;
c. aan de hoofden van tweetalige scholen voor het bezit van de Fryske Akte
eveneens het gehele verschil onder a. bedoeld:
d. aan de hoofden sub c. bedoeld die volgens het leerplan onderwijs in het
Fries geven anderhalf maal het verschil onder a. omschreven.
In deze gemeente zijn momenteel 3 hoofden van scholen en 3 onderwijzers,
die de vereiste bevoegdheid bezitten en tevens onderwijs in het Fries volgens
het leerplan geven.
Op grond van de voorgestelde regeling zouden
de volgende vergoedingen
moeten worden toegekend:
Hoofden:
a. 12 x 1,5 x 29
522, -
b. 12 x 1 ,5 x 31
558,—
Co 12 x 1 5 x 29,—
522,—
Onderwijzers
a. 12 x 28-
336,—
b. 12 x 28,--
336,—
c. 12 x 28
336.—
Totaal
T
2.610 -
In de begroting
1968 geraamd
1 .080,—
Verhoging bij invoering der regeling 1.530,—
Nu de begroting5 zoals bekend, een tekort te zien geeft, zijn wij van
mening, dat de bovengenoemde regeling ook thans nog niet kan worden ingevoerd.
Aangezien echter sinds 1959 de beloningen niet zijn aangepast, vinden wij
met de minderheid der afdeling, dat de bedragen moeten worden opgetrokken. Een
verhoging van 50# lijkt ons redelijk.
Een maerderheid van ons college acht de bestaande vergoeding toereikend
en heeft bezwaar tegen een verhoging van de beloning voor akten in de eigen taal
Administratiekosten bijzonder onderwijs
In de practijk variëren de bedragen voor deze kosten van 1,25 tot 5,~
per leerling. Naar wij zijn ingelicht gaan sommige gemeenten al boven laatst
bedoeld bedrag uit. Mede gelet op de bestaande jurisprudentie die een tendens
tot geleidelijke verhoging bevat, achten wij het bij nader inzien verantwoord,
het in de begroting geraamde bedrag van U,tot 5, - op te trekken.
Een daartoe strekkende wijziging zal u bij de vaststelling der begroting wor
den aangeboden.
Subsidie dorpshuizen.
De lasten, welke bij de berekening van het rijkssubsidie in 1968 voor het
dorpshuis te Warga in aanmerking worden genomen bedragen 18.126,— en voor
het dorpshuis te Grouw 2U.607,---.
Het rijkssubsidie bedraagt van de personeelslasten en van de
overige lasten.
Zou de gemeente 10# van de subsidiabele lasten voor haar rekening nemen,
dan zou het gemeentesubsidie gesteld moeten worden op 1.813,f 2.1+61
U.273,-
Momenteel bedraagt het subsidie van de gemeente voor het dorpshuis te
Warga f 1.750,--- en voor het dorpshuis te Grouw 500,-- of in totaal 2.250,-—.
De 10#-regeling zou derhalve neerkomen op een extra-last van ruim 2.000,--.
Met het oog op het begrotingstekort achten wij deze extra last niet ver
antwoord.
Naar alle waarschijnlijkheid zal het echter mogelijk zijn, meergenoemde
10#-regeling met ingang van 1969 in te voeren, omdat de staatssecretaris van
cultuur, recreatie en maatschappelijk werk bij brief van 7 december 1967 aan
de voorzitter van de tweede kamer heeft meegedeeld, dat het in de bedoeling
ligt, het subsidie voor de dorpshuizen met ingang van het begrotingsjaar 1969
als kosten van sociale zorg aan te merken waarin zoals bekend, voor rond 80#
door het rijk wordt geparticipeerd.
Zodra over bovenbedoeld voornemen definitieve gegevens bekend zijn, stel
len wij ons voor, op deze aangelegenheid terug te komen.
Fonds culturele doeleinden en studiefonds
Sedert 196U werden de volgende uitkeringen uit het studiefonds verstrekt:
1961+
!J
IT
TT
TT