- 3 -
In kringen van de sportvisserij is een streven om de schubvis voor de sportvissers
te reserveren en de aalvisserij voor de beroepsvissersMen hoopt, dat de gewijzigde
Visserijwet dit straks mede mogelijk zal maken» Tot nu toe is dit steeds op grond
van vrijwillige overeenkomsten gebeurd»
In Friesland wil de beroepsvisserij nog niet zo ver gaan door aan een splitsing, als
bovenbedoeld, mee te werken» Daarom streeft de sportvisserij hier er naar, bepaalde
wateren, waarin het beroep alleen op aal vist, te reserveren, waar geëxperimenteerd
kan worden met schubvis zonder schade te berokkenen aan de beroepsvisser»
Ook in Idaarderadeel zullen de beroepsvissers van de beperking geen schade ondervin
den, maar zij willen ook in principe geen enkele concessie doen» Overigens heeft de
gemeente een beperkte bevoegdheid, omdat uiteindelijk de Kamer van de Binnenvisserij
over de materiële inhoud van de overeenkomst beslist
In antwoord op de vraag van de heer Van der Hem zegt de voorzitter, dat de Hengel
sportvereniging nog weinig kosten heeft» Vis uitzetten doet men niet, omdat zulks
geen zin heeft, zolang de beroepsvissers vrijelijk op schubvis mogen vissen. De bin
nenkomende gelden worden gereserveerd om daarvoor baggerwerkzaamheden te laten uit
voeren, aanlegsteigertjes voor vissersboten te maken en de plantengroei te bestrijden.
Er wordt ook gedacht aan het maken van een karperput in de Wijdesloot om de karper
visserij weer nieuw leven in te blazen» De karpervisserij is bijna doodgevist.
De heer Van de Lageweg vindt, dat deze zaak foutief door burgemeester en wethou
ders behandeld is. Het was de bedoeling van adressant, dat het schrijven in de raad
zou komen. Spreker twijfelt er aan, dat er 1 miljoen sportvissers zijn; dat zou be
tekenen, dat 1/15 deel van de Nederlandse bevolking sportvisser is. Hij vindt dit
sterk overdreven. De beroepsvissers waken er wel voor, dat het water niet doodgevist
wordt door de beroepsvisserijHet is hun niet te doen om de laatste vis» Mollenvan-
gers en jagers ruimen ook niet alles op. Beroepsvissers doen het om hun brood.
Volgens de beroepsvissers komt k0% van hun inkomen uit de schubvisserij
De voorzitter repliceert, dat dit laatste niet te rijmen is met de cijfers, waar
over spreker beschikt, n.l. de opbrengst van de Nederlandse binnenwateren aan schub
vis bedraagt 625.000,-per jaar en de opbrengst aan aal: 2,25 miljoen.
Spreker beklemtoont, dat de beroepsvissers hier geen schade zullen ondervinden van
de beperkingen, omdat de schubvisserij in deze wateren voor hen weinig of niets bete
kent» Indien men deze zaak ook eens van een andere zijde benadert en de economische
belangen tegen elkander afweegt, dan brengt de beroepsvisserij ten aanzien van de
schubvis nauwelijks iets van waarde aan wal in vergelijking met de 60 miljoen gulden,
welke door de sportvisserij wordt besteed voor het vissen op schubvis. Spreker ziet
het voor de toekomst zo, dat de helft van de beroepsvissers zal moeten verdwijnen om
de andere helft nog aan een bestaansmogelijkheid te helpen» De beroepsvissers zullen
hier iets moeten afstaan ten behoeve van de sportvisserijZo goed als een boer land
moet afstaan voor de uitvoering van een bestemmingsplan, zo goed zal de beroepsvisse
rij haar schubvisstapel, uiteraard tegen taxatie, aan de sportvissers moeten overdra
gen.
De heer Van de Lageweg: "Als de beroepsvissers geen schade hebben en de schubvis
voor hen niets betekent, zoals de voorzitter zegt, waarom is het dan nog/hen beper
kingen op te leggen? /nodig
De voorzitter antwoordt, dat dit op formele gronden wel nodig is» Overigens kan
men ook vragen waarom protesteren zij als zij geen schade ondervinden.
De heer Prange vraagt, hoe de voorzitter komt aan 60 miljoen.
De voorzitter antwoordt, dat gesteld kan worden, dat elke sportvisser gemiddeld
2,per week besteed aan zijn sportvisserijaktiviteiten (viskleding, boot, hengel
sportartikelen enz).
De heer Hettinga vindt het niet juist, dat burgemeester en wethouders het adres
van de Bond niet in de raad hebben gebracht. Een secretaris van een vrij grote orga
nisatie vreet toch wel aan wie hij een adres moet richten. En als dat tot de raad ge
richt is, is het kennelijk de bedoeling van adressant geweest het ook in.de raad te-
doen behandelen.
De voorzitter beklemtoont nog eens, dat in de laatste alinea van de brief, die
aan de raad is gericht, een antwoord wordt gevraagd van burgemeester en wethouders
en dat de raad nooit anders had. kunnen antwoorden dan burgemeester en wethouders heb
ben gedaan»
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten.
De heer Van de Lageweg wordt geacht te hebben tegengestemd.
- h -