k Is het laatstbedoelde saldo daartoe niet toereikend, dan wordt het overblijvend ge deelte van het negatieve saldo in mindering gebracht op het saldo over het voor vorige jaar en zo vervolgens. De spaarinstelling houdt aantekening van de alsdan ontstane nieuwe spaarsaldi over de desbetreffende jaren. 2o Het bepaalde in het vorige lid vindt overeenkomstige toepassing indienin verband met het verlies van de hoedanigheid van belanghebbende in de loop van enig kalender- jaar, het saldo van de gewezen belanghebbende over dat jaar nog voor de afloop er van moet worden bepaald. 3. Indien een bedrag blijkens het op de in dit artikel voorgeschreven wijze bepaalde saldo gedurende de voor aanspraak op spaarpremie vereiste tijd op de bijzondere spaarrekening heeft gestaan, wordt het voor zoveel nodig geacht gedurende die tijd ononderbroken op de bijzondere spaarrekening van de betrokkene te hebben gestaan. Artikel 13. Indien de belanghebbende verzoekt zijn tegoed op de bijzondere spaarrekening bij een spaarinstelling over te maken naar een andere spaarinstelling, geeft de spaarin stelling aan dat verzoek zo spoedig mogelijk gevolg, onder mededeling aan die spaarin stelling van de met toepassing van het artikel 12 vastgestelde spaarsaldi over de jaren waarin het tegoed op de bijzondere spaarrekening werd bijgeschreven. Artikel Ik. 1De spaarinstelling stelt burgemeester en wethouders in het eerste halfjaar van het vijfde jaar na het jaar waarin de inhouding van een spaarbedrag op het ambtelijk inkomen van betrokkene heeft plaatsgevondenin kennis van het met toepassing van artikel 12 bepaalde saldo over laatstbedoeld jaar, zijnde het bedrag dat gedurende het einde van dat jaar ten minste vier jaar ononderbroken op de bijzondere spaar rekening van do betrokkene heeft gestaan of geacht moet worden te hebben gestaan. 2. De spaarinstelling verstrekt op verzoek van burgemeester en wethouders nadere gege vens over de bijzondere spaarrekeningen. 3. Indien aan belanghebbende geen spaarboekje of een ander stuk van dezelfde strekking is uitgereikt, doet de spaarinstelling hem ten minste eenmaal per jaar opgave van het saldo van zijn bijzondere spaarrekening. Artikel 15. 1. Indien degene te wiens name een bijzondere spaarrekening is geopend de hoedanigheid van belanghebbende heeft verloren, geven burgemeester en wethouders daarvan behou- V dcns het bepaalde in de volgende leden, zo spoedig mogelijk kennis aan de desbetref fende spaarinstelling. 2. De kennisgeving blijft achterwege, indien het verlies van de hoedanigheid van be langhebbende het gevolg was van een ontslag en de ontslagene binnen twee maanden na zijn ontslag weer belanghebbende is geworden, mits hij d.aarvan binnen een week aan burgemeester en wethouders heeft kennis gegeven. 3. De in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt opgeschort zolang de met recht op wachtgeld of een uitkering ontslagene die de in artikel 9 bedoelde wens te kennen heeft gegeven, de inhouding op zijn wachtgeld of uitkering kan doen voortzetten. Indien deze inhouding niet langer kan worden voortgezet omdat de gewezen belangheb bende tijdens het in artikel 9, lid 1, bedoelde tijdvak weer belanghebbende is ge worden, dan wel indien hij binnen twee maanden na dat tijdvak weer belanghebbende is geworden, blijft de kennisgeving achterwege, mits de belanghebbende van deze om standigheid binnen een week aan burgemeester en wethouders heeft kennis gegeven. Artikel 16. Ka ontvangst van de kennisgeving, bedoeld in artikel 15, lid 1, boekt de spaar instelling het op de bijzondere spaarrekening van de gewezen belanghebbende aanwezige bedrag terstond af. 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1968 | | pagina 29