3
2. H.O. Bouma te Grouw, die aanvoert:
a. dat de door hem gepachte boerderij "Klein Biensma" onrendabel zal worden,
wanneer bij realisering van het plan een deel van de landerijen een ande
re bestemming zal verkrijgen, waardoor voortzetting van de boerderij
bedrijfseconomisch niet meer mogelijk zal zijn;
b„ dat de woonark, bewoond door zijn in het bedrijf werkende zoon, is gele
gen in de Blieken nabij de boerderijbij afdamming van dat water niet
meer naar elders verplaatst zal kunnen worden;
dat dit een aanzienlijke waardevermindering van de woonark betekent;
c. dat het overbrengen van deze woonark naar een andere ligplaats tot ge
volg heeft, dat zij verder van de boerderij zal worden verwijderd en de
grotere afstand tot de boerderij van nadelige invloed zal zijn op de be
drijfsvoering.
Op deze gronden acht reclamant het plan onaanvaardbaar, tenzij het ont
werp zodanig wordt gewijzigd, dat de landerijen bij de boerderij behoren
de hun huidige bestemming blijven behouden en de vaarweg van de boerderij
tot het grootscheepsvaarwater gehandhaafd blijft.
3. Mevrouw SjStelwagen-Bouma, Oosterhoutstraat 20 te Grouw, die aanvoert:
a. dat bij de tot standkoming van de over de Rechte Grou geprojecteerde brug
haar schiphuis zou moeten verdwijnen en er wegens gebrek aan schiphuis-
ruimte geen mogelijkheid is haar kajuitjacht in een ander botenhuis onder
te brengen;
w b. dat bij afdamming van de Blieken de haar toebehorende woning met boerde
rij Grouw 96a van het grootscheepsvaarwater zal worden afgesloten en een
groot deel van het bijbehorende land voor dit bedrijf verloren zal gaan,
wat tot gevolg heeft, dat de boerderij niet meer rendabel zal zijn.
J.P. Arendz, 2e Oosterveldstraat 9 te Grouw, die aanvoert:
a. dat de hem in eigendom toebehorende landerijen, kadastraal bekend gemeen
te Grouw, sectie B, no. J6h en 765 bij realisering van het plan dermate
zullen worden doorsneden, dat de overblijvende perceelsgedeelten voor
eigenaar en gebruiker sterk in waarde zullen dalen;
b. dat bovendien door een verlies aan grond de rentabiliteit van de gebouwen
(de boerderij) ook zal worden geschaad.
5S.A. Schoustra, Nieuwe Kade 3a te Grouw, die aanvoert
dat op het perceel land - gelegen ten zuiden van de Blieken, kadastraal be
kend gemeente Grouw, sectie B, oud no. 205 (op de plankaart genummerd: 7^3) -
een erfdienstbaarheid rust ten nutte van zijn huis en erf, daartoe strekken
de, dat op dit perceel "niets hoegenaamd" mag worden gebouwd of opgeslagen,
in verband waarmede relamant verzoekt, het ontwerpplan in die zin te wijzi
gen, dat bepaald wordt, dat op het onderhavige perceel met aangrenzend riet-
w* land geen bebouwing plaats vindt of opslag wordt toegelaten.
6Het Bestuur van de IJsclub "Grouw", dat aanvoert
a. dat realisering van het bestemmingsplan zal betekenen, dat de ijsbaan,
gevestigd op het sub 5 bedoelde perceel, zal moeten verdwijnen;
b. dat de grondeigenaar en de pachter deze grond ten behoeve van de ijsbaan
geheel belangeloos beschikbaar stellen;
dat het bestuur tegen dit onderdeel van het ontwerpplan ernstig bezwaar
heeft wegens de aan verplaatsing van de ijsbaan verbonden financiële
consequenties
c. dat dit bezwaar vervalt, indien de gemeente bereid is, deze consequenties
ten volle te aanvaarden.
7De Kerkvoogdij der Nederlands Hervormde Gemeente te Grouw, die aanvoert
a. dat een deel van het weiland, behorende bij haar boerderij "Hoflandstra",
Grouw 87 in het ontwerpplan de bestemming heeft van: "jachthaven, weg en
bedrijfsdoeleinden"
b. dat zij bezwaar heeft tegen het plan, omdat het uit een oogpunt van econo
mische bedrijfsvoering en rentabiliteit van het veehoudersbedrijf van de
pachter niet mogelijk zal zijn, bij de realisering van het plan het bo
venbedoelde perceelsgedeelte weiland aan de gemeente over te dragen;
c. dat dit bezwaar vervalt, indien de raad zich uitspreekt, bereid te zijn,
bij de ten uitvoerlegging van het plan, de gehele boerderij met weiland
in eigendom over te nemen.