2. De bezoldiging wordt per maand uitbetaald.
3. Het genot van de bezoldiging eindigt op de dag van ontslag uit de betrekking of
op de dag van het overlijden van de ambtenaar.
Artikel 18.
Bij aanstelling, bevordering, verhoging of uitbetaling van bezoldiging worden
de ambtenaar geen kosten in rekening gebracht
Artikel 19°
1. In gevallen, waarin de bezoldiging of de kortingsbedragen moeten worden berekend
over een gedeelte van een maand of van een week, wordt de bezoldiging of korting
per dag vastgesteld door de bezoldiging of korting per maand te delen door het
aantal dagen van de desbetreffende kalendermaand.
2, De ingevolge het vorige lid vastgestelde bedragen worden tot een cent naar boven
afgerond.
Artikel 20.
In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, treffen burgemeester en
wethouders de nodige voorzieningen.
Artikel 21
Burgemeester en wethouders bepalen nader de salarisanciënniteit van de bij
V het inwerkingtreden dezer verordening in dienst zijnde ambtenaren.
Artikel 22.
1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1969»
2. Zij kan worden aangehaald als "Bezoldigingsverordening 1969".
Artikel 23.
Met ingang van 1 januari 1969 vervalt de Bezoldigingsverordening 1968.
Artikel 2b.
Overgangsbepalingen.
De ambtenaren, die op 1 september 1956 in dienst der gemeente waren, en op dat
tijdstip in het bezit waren van het diploma Boekhouden (Associatie), genieten des
wege in afwijking van het bepaalde in artikel 1Ueen vaste toelage van f.168
per jaar.
Artikel 2$.
Het salaris van de op 1 januari 1968 in dienst zijnde concierge van de ulo
school en het gymnastieklokaal bedraagt per 1 januari 1969 f.908.- per maand.
Het salaris van de op 1 januari 1968 in functie zijnde concierge van het
gemeentehuis bedraagt per 1 januari 1969 f.1000.- per maand.
Grouw11 maart 1969
De raad voornoemd,
voorzitter
secretaris