- 2 -
Bezwaarschrift V,7. Franconi, ingekomen op A december 1968, artikel kohier 33.
De heer Franconi heeft tegen de aanslag als zodanig geen bezwaren, indien
daar tegenover bepaalde voorzieningen staan. Hij verzoekt te worden geïnformeerd
omtrent de voorzieningen, welke moeten worden getroffen voor het toerisme.
De heer Franconi wil speciaal voor de belastingplichtigen voor de woonforensen-
belasting voorzieningen zien.
De wet gaat er niet van uit, dat de opbrengst van deze belasting aange
wend moet worden voor het aanbrengen van allerlei voorzieningen t.b.v. de be
trokken woonforensenDeze belasting moet meer worden gezien als een algemene
bijdrage in de kosten, die de forensen/toeristen met zich meebrengen.
Te denken ware hier b.v. aan de aanleg c.q. het onderhoud van bruggen, water
wegen, parkeergelegenheden, toegangswegen tot recreatiegebieden e.d..
Het treffen van individuele voorzieningen voor de belastingplichtigen moet
ook worden uitgesloten.
Wij adviseren u het bezwaarschrift van de heer Franconi ongegrond te ver
klaren.
cBezwaarschrift C. Lazonder, ingekomen op 30 december 1968, artikel kohier 82.
De heer Lazonder heeft verschillende ernstige bezwaren tegen de aanslag.
1. Welke voorzieningen heeft de gemeente t.a.v. zijn zomerhuisje getroffen!
Alle voorzieningen zijn door hem zelf getroffen en bekostigd.
2. Sedert 1 juli 1968 is de heer Lazonder geen forens meer, omdat hij vanaf die
datum permanent zijn woning aan de Garde Jagerswei bewoont.
3. De heer Lazonder is van mening, dat sommige huisjes wèl en anderen geen aan
slag krijgen, (halen waar misschien iets te halen valt). Hij vraagt zich
verder af op welke manier de huisjes op het recreatieoord bijdragaaii cfebelas
ting en op welke manier andere toeristen (ook inwoners van de gemeente
Idaarderadeel) bijdragen.
Ten aanzien van punt 1 mogen wij'u kortheidshalve verwijzen naar de op
merkingen., gemaakt bij het bezwaarschrift van de heer Franconi (II
Ten aanzien van punt 2 merken wij op, dat de heer Lazonder op 28 juni 1968
is ingeschreven als inwoner van deze gemeente. Voor die tijd had de heer Lazon
der zijn hoofdverblijf in de gemeente DantumadeelGedurende de periode 1 janua
ri 1968 tot en met 28 juni 1968 had de heer Lazonder, zonder hier zijn hoofd
verblijf te hebben, de beschikking over een gemeubileerde woning in deze ge
meente. Dit is meer dan de vereiste 90 dagen, zoals bedoeld in artikel 1 van
de verordening. Ondanks dat de heer Lazonder de woning thans permanent bewoont,
is de aanslag daarom terecht opgelegd.
Voorts merken wij ten aanzien van punt 3 op, dat het u bij de invoering
van deze belasting bekend was, dat deze belasting niet van alle toeristen kon
worden geheven, doch dat alleen een bepaalde categorie (i.e. woonforensen) onder
deze belasting viel.
Zolang hieromtrent geen wettelijke maatregelen zijn getroffen (invoering
z.g.n. toeristenbelasting) is aan deze situatie niets te veranderen.
De heer Lazonder verzoekt naar aanleiding van de vorenstaande punten ver
nietiging van zijn aanslag.
Aangezien de opgelegde aanslag noch in strijd met de wet, noch in strijd
met artikel 1 van de verordening is, en derhalve terecht is opgelegd, adviseren
wij u de door de heer Lazonder aangevoerde bezwaren ongegrond te verklaren.
<1- Bezwaarschrift C.M. Rasker c.s., ingekomen op 9 januari 1969, artikel kohier 109.
Mevrouw Rasker deelt in haar bezwaarschrift mee, dat haar zomerhuisje
(p/a Kleine Buren 32 te Warga) bijna niet meer wordt gebruikt voor de recreatie
buitenshuis. Zij stelt daarom pogingen in het werk om het zomerhuisje te verko
pen. Mede omdat het huisje geen 90 dagen bewoond is geweest, vraagt zij om ont
heffing.
Naar aanleiding hiervan merken wij op, dat het er niet om gaat, hoelang
de woning bewoond is geweest, doch hoelang men de beschikking heeft over de wo
ning. Volgens eigen opgave heeft mevrouw Rasker c.s. het gehele jaar 1968 de
beschikking over de woning gehad, zodat de aanslag terecht is opgelegd.
Een ontheffingsbepaling kent de verordening niet. Mevrouw Rasker moet
trachten - zoals zij zelf reeds opmerkt - het zomerhuisje te verhuren of zij
kan eventueel het meubilair uit de woning verwijderen, zodat zij dan niet meer
belastingplichtige is.
Gezien het vorenstaande adviseren wij u dit bezwaarschrift eveneens onge
grond te verklaren. - 3 -
