No. 10. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe
verordening op de heffing van schoolgeld
voor het kleuteronderwijs.
GEMEENTE IOAARDERADEEL
GROUW
Aan de gemeenteraad.
No. 10i+8.
Grouw, 3 juni 1969.
Bij raadsbesluit van 8 februari 1957 is vastgesteld de ''Verordening school
geld kleuteronderwijs 1956".
Nadien zijn bij verschillende koninklijke besluiten en ministeriële beschik
kingen wijzigingen in de regeling schoolgeld kleuteronderwijs aangebracht. Deze
wijzigingen hadden voornamelijk betrekking op de hoogte van het schoolgeld (tarief)
en de vrijstellingsnormen. Alhoewel in de practijk wel met deze wijzigingen rekening
is gehouden, is verzuimd om de verordening aan te pa,ssen.
De materie van het schoolgeld is enigzins verbrokkeld als gevolg van een
samenstel van regelingen van hogerhand en van de gemeentelijke regelingen.
De voornaamste punten ten aanzien van de heffing worden van hogerhand impera
tief geregeld. Deze punten betreffen het tarief, de reductie bij schoolbezoek van
meer dan een kind uit hetzelfde gezin, de bepaling van het schoolgeld bij tussen
tijdse plaatsing, de gevallen, waarin ontheffing van schoolgeld wordt verleend, de
vrijstellingsnormen, alsmede de regeling van de wijze, waarop vrijstelling kan wor
den verzocht.
Men kan zich hierbij op het standpunt stellen, dat voor de regeling van de
genoemde punten geen plaats mag worden ingeruimd in de gemeentelijke regeling.
Men gaat er dan van uit, dat de gemeentelijke wetgever niet mag regelen, wat door
hoger gezag reeds is vastgesteld en dat zulks ook geldt voor het "kopiëren" van
wettelijke regelingen in plaatselijke verordeningen.
Aan de andere kant kan men stellen, dat het om practische redenen aanbeveling
verdient, een verordening samen te stellen, waarin wel alle genoemde punten zijn
verwerkt. Immers de belastingplichtigen zullen dan uit de verordening kunnen af
lezen, waar zij aan toe zijn, zender dat voor hen ra,adpleging van verschillende
uitvoeringsvoorschriften noodzakelijk is.
Wenst men een ''volledige" schoolgeldverordening vast te stellen, zoals tot
nu toe is geschied, dan staat men echter voor het feit, dat elke wijziging in de
vorm van een koninklijk besluit of ministeriële beschikking in de verordening moet
worden aangepast, waardoor telkens een raadsbesluit noodzakelijk is. Vooral de
vrij stellingsnormen worden herhaaldelijk (tenminste twee maal per jaar) gewijzigd
in verband met het optrekken van de minimum loongrens
Het is daarom naar onze mening practischer, een verordening vast te stellen,
waarbij de van hogerhand vastgestelde regelingen van toepassing worden verklaard
en waarin verder de invorderingsbepalingen worden opgenomen. Wijziging van de ver
ordening zal dan uitzondering zijn.
Wij merken hierbij voorts nog op, dat practisch niet naar de verordening
wordt gev aagd. De voornaamste heffingsbepalingen staan vermeld op de e.chterzijde
van het aanslagbiljet, zodat men in de praktijk hieraan reeds voldoende informe„tie
heeft.
Zoals u bekend is, is het schoolgeld kleuteronden-rijs met ingang van 1 januari
1968 verhoogd van ƒ.12,- tot .1+8,- per schoolgeldje.arAangezien deze wijziging
niet in de verordening is aangepast, is het gewenst, op fomele gronden, aan de
nieuwe verordening terugwerkende kracht te geven tot 1 januari 1968.
Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor vast te stellen de "Veror
dening op de heffing en invordering van schoolgelden voor het verstrekken van onder
wijs aan leerlingen aan de gemeentelijke scholen voor kleuteronderwijs", zoals die
bij de stukken ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders
der gemeente Ida.arderadeel
K.J. Vrijling, burgemeester.
D. Smits secretaris.