18. Intrekking van de woonruimtewet 19l*7. S2E EggE Aan de gemeneteraad. GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW N0.II85. Grouw, 15 juli 1969. Zoals u bekend is, heeft u zich in uw op 17 mei 1966 gehouden vergadering unaniem uitgesproken voor de invoering van in het rondschrijven van de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening dd. 15 april 1966 nr.01*15925 aange kondigde maatregelen inzake het liberalisatiebeleid (het bereiken van grotere vrijheid in het bouw-, huur- en woonruimtebeleid)In hetzelfde schrijven merkte de minister voorts op, dat ook de Woonruimtewet 19^+7 in harmonie met bovenge noemde maatregelen, geleidelijk ter zijde zou moeten worden gesteld, met dien verstande, dat de wet in elk geval niet langer dan 2 jaar na de datum van de in voering van de lossere vormen van h\urprijsbeheersing 1 oktober 1967) zou wor den gehandhaafd. In een thans ontvangen circulaire van 7 juli 1969 no.0620929 deelt de minister mee, dat als sluitstuk van de in 1966 ontworpen maatregelen zal worden bevorderd, dat de woonruimtewet 19^7 o.a. voor het merendeel der Friese gemeen ten, waaronder Idaarderadeelmet ingang van 1 oktober a.s. buiten werking zal worden gesteld. De bewindsman acht het namelijk, met het oog op de gevolgen van de huurliberalisatie van 1 oktober 1967 in de daarbij betrokken gemeenten en de algemene woningsituatie aldaar, gerechtvaardigd de woonruimtewet 191*7 buiten werking te doen treden. Dit betekent derhalve, dat met ingang van 1 oktober 1969 het woonruimte beleid niet langer tot de competentie van ons college behoortVergunningen tot het in gebruik geven van woonruimte behoeven derhalve met ingang van genoemde datum niet meer te worden verstrekt Het impliceert tevens, dat de commissie ex artikel 8 van de Woonruimtewet (vorderingscommissie) en de bij de Verordening betreffende de aangifte en dis tributie van woongelegenheid in de gemeente Idaarderadeel ingestelde adviescom missies (populair gezegd de woningcommissies) met ingang van 1 oktober kunnen worden opgeheven. Sinds de invoering van de liberalisatie is in de algemene woningsituatie in deze gemeente vrijwel geen wijziging gekomen. Het aantal woningzoekenden is nog steeds hoog. Daarentegen is de reële woningbehoefte betrekkelijk gering. De ze is zelfs in de afgelopen twee jaar gedaald. Wij mogen volledigheidshalve ver wijzen naar bijgaande overzichten van 11 mei 1966 en 10 juli 1969. (zie de aangestreepte cijfers). Vanzelfsprekend is in het overzicht van 10 juli j.l. geen rekening gehouden met de eventuele behoefte van de industriën (N.V, Halberts- ma en Frico wegens uitbreiding van het bedrijf). Verreweg het grootste deel van de woningvoorraad, waarin regelmatig muta ties optreden, bestaat uit woningwetwoningen, welke eigendom zijn van de woning bouwvereniging Midden Friesland. Deze vereniging heeft in elk dorp waar zij bouwt, een woningbouwcommissie geinstalleerd. Bij de inwerkingtreding van de woonruimtewet zijn deze commissies wat op de achtergrond gekomen door het instel len van de gemeentelijke adviescommissies. Aangezien de leden van laatstgenoemde commissies grotendeels werden gerecruteerd uit de leden van de woningbouwcommis— sies, bleef de woningbouwcommissie, zij het dan zijdelings; toch bij de verdeling betrokken, In de buitendorpen werd veelal gecombineerd vergaderd. Met ingang van 1 oktober a.s. zullen de woningbouwcommissies weer zelf standig kunnen optreden en woningen toewijzen. Aangezien in deze commissies der halve meerdere leden zitten, die in de gemeentelijke adviescommissies veel prac- tische ervaring hebben opgedaan, geloven wij niet, dat in het huidige woonruimte beleid veel zal worden gewijzigd. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1969 | | pagina 59