b. een procentuele uitkering met een minimum van 125,en een maximum van 200,(het compromis-voorstel van de meerderheid der centrales); c. een gelijke uitkering aan alle ambtenaren ten bedrage van 140, (het standpunt van de Samenwerkende Bonden van Overheidspersoneel en het Centraal Orgaan). De vraag rijst thans op welke wijze de onderhavige maatregel in onze gemeente zal moeten worden toegepast. Wanneer men van het standpunt uitgaat, dat het in casu niet gaat om een zuivere salarismaatregel doch om een uitkering-ineens, zou men kunnen stellen, dat er ruimte is voor een eigen plaatselijk beleid, omdat een af wijking van het regeringsstandpunt niet zal leiden tot een verstoring van het salarispatroon, dat voor het overheidspersoneel in zijn algemeenheid geldt. Dit is ook de visie van de Samenwerkende Bonden van Overheidsperso neel geweest, welke er toe heeft geleid, dat men met het voorstel van een gelijk bedrag aan alle ambtenaren is gekomen. Uitkering van een vast bedrag van f 140,aan alle ambtenaren zal echter tot gevolg hebben, dat er een vrij grote afwijking tot stand komt in vergelijking tot de voor het rijkspersoneel getroffen regeling, het geen door een deel van het personeel niet als billijk zal worden ervaren. In dit licht bezien, stelt de Nederlandse Bond van Gemeente—ambtenaren als compromis een minder rigoureuze afwijking voor met een minimum van 125,een een maximum van 200, Ter oriëntatie mogen wij u verwijzen naar bijgaand overzicht, waar in voor enkele rangen het verschil in netto-uitkering, zulks in verband met de belastingheffing, tot uitdrukking is gebracht. Het is u bekend, dat de rechtspositie van het gemeentepersoneel zo veel mogelijk is afgestemd op die van het rijkspersoheelDe minister waakte er angstvallig voor, dat de voor het gemeentepersoneel getroffen salarisvoorzieningen niet afwijken van die van het rijkspersoneel. In het verleden is het meermalen voorgekomen, dat de bewindsman tot hantering van art. 126 van de Ambtenarenwet is overgegaan, wanneer een gemeenteraad in gebreke bleef een daartoe strekkend besluit in te trekken. Afgezien van de vraag, of de regering zich al dan niet zal distan- ciëren van het standpunt van de bonden, dat er hier ruimte is voor het voeren van een eigen plaatselijk beleid, acht een meerderheid .in ons col lege het onbillijk, dat door het vaststellen van een afwijkende regeling een deel van de ambtenaren te kort zal worden gedaan ten opzichte van hun collega's bij het rijk, het onderwijzend personeel, alsmede de burgemees ters, secretarissen en ontvangers. Het is op die grond, dat zij u voorstelt, aan het daarvoor in aan merking komend gemeentepersoneel conform de voor rijksambtenaren getrof fen regeling een duurtetoeslag te verstrekken van I5& met een minimum van 110, en een maximum van 260,en daartoe te nemen een besluit, waarvan het concept voor u bij de raadsstukken ter inzage ligt. Een minderheid in ons college voelt meer voor het door één der bon den gelanceerde compromis-voorstel van 1 f0 met een minimum van 125,en een maximum van 200, omdat daardoor de onderlinge verschillen in de uitkeringen (zie bijlage) vrij gering zullen zijn. Zoals u uit de bijgaande notulen van de commissie voor georganiseerd overleg moge blijken, kon omtrent de hoogte van de uitkering geen overeen stemming worden bereikt. De gemeentelijke vertegenwoordigers in de com missie bleken geporteerd voor de compromisregeling van lf0 met een minimum van 125, en een maximum van 200,terwijl de personeelsorganisaties in meerderheid een uitkering van 140,— over de gehele linie bepleitten. Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel K.J.Vrijling, burgemeester. D. Smits secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1969 | | pagina 55