- 2 - Op 19 augustus d.a.v. liet de heer Van Balen ons door zijn gemach tigde weten, dat hij tegen overdracht van het perceel B 1537 ernstige be zwaren had, daar dit perceel gedeeltelijk erf vormde en voor de uit oefening van zijn bedrijf onontbeerlijk was» Hij verzocht daarom dit per ceel buiten de taxatie te houden» Vorder koos de heer Van Balen voor onze aanvankelijk aan hem medege deelde taxatiemethode, echter onder voorwaarde, dat de overdracht voor 1 januari 1971 gerealiseerd moest zijn. Met het aangaan van een verplichting inzake de taxatie op een verder gelegen tijdstip kon hij zich niet akkoord verklaren, mede omdat dan de familieverhoudingen wel geheel gewijzigd kon den zijn. Onzerzijds is daarop op 16 oktober 1968 geantwoord, dat de betrokken percelen een sluitend geheel vormden, waardoor een zo gunstig mogelijke verkaveling van de toekomstige woningbouw werd bevorderd, reden, waarom wij overwegend bezwaar hadden tegen het buiten de verkoop houden van het perceel B no. 1537- Voorts deelden wij daarbij aan de heer Van Balen mede, dat wanneer hij met ons aanbod niet akkoord kon gaan, wij van de grondaan koop afzagen. In een thans tot de raad gericht adres, waarin de voorgeschiedenis van deze zaak uitvoerig wordt geschetst en die met het bovenstaande in over eenstemming is, merkt de heer Van Balen op, dat hij zich met het standpunt van de gemeente', dat overneming van de betrokken grond (thans) niet nood- luu, zakelijk is, maar hij vraagt zich wel af, waarom hij dan de dam niet mag leggen, welke zijn bedrijfsvoering zou vergemakkelijken en bovendien het voordeel oplevert, dat hij niet meer docr het dorp behoeft te rijden, het geen met het oog op de onoverzichtelijke hoek bij de brug voor het verkeer van belang is. Adressant verzoekt u derhalve, hem alsnog een vergunning voor het ma ken van een dam met duiker te verlenen. Wij zijn van oordeel, dat de ontwikkeling van Wartena het in de toe komst noodzakelijk zal maken, dat de in het geding zijnde percelen te zijner tijd weer voor woningbouw worden bestemd en dat het alsdan van belang is, dat de gemeente de gronden met inbegrip van het perceel B no. 1537 bij minne lijke schikking kan verwerven. Het buiten aanmerking/van dit perceel zal een goede verkaveling bemoeilijken en tot verhoging van de grondprijs leiden. Naar onze mening bestaat er dan ook geen aanleiding, op ons eenmaal genomen besluit terug te komen, zodat wij u voorstellen, het adres van de heer Van Balen voor kennisgeving aan te nemen./laten Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel K.J.Vrijling, burgemeester. D.Smits secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1969 | | pagina 23