-lp
De heer Moedt. wil nog gaarne even nader ingaan op een centraal punt uit zijn
eerste betoog, wat betreft de inspraak van de minderheidsgroepen. In de moderne de
mocratie behoort ook een minderheidsgroepering in het te voeren beleid mee te spreken.
Spreker wijst nogmaals op de in 1966 door de heer Vledder zo fraai uitgesproken woor
den. Spreker vraagt zich nu af of het P.A.K., gezien de nu te volgen gedragslijn, wel
te vertrouwen is. Is het een wonder dat men op deze wijze zo weinig belangstelling voor
politiek toont Men neemt een standpunt in dat UO jaar geleden nog opgeld deed. Een
maal gekozen, doet men wat men wil en loopt gewoon over de anderen heen. Op deze wijze
krijgt de raadsvergadering het karakter van een fractievergadering van het P.A.K., waar
bij de te volgen lijn reeds van te voren is uitgestippeld. Spreker acht het een teleur
stellende gang van zaken en heeft als vertegenwoordiger van de minderheidsgroepering
het gevoel, dat hij ter opluistering aanwezig is. Hij hoopt dat de voorzitter het hem niet
euvel zal duiden wanneer hij straks als de heer Vledder gekozen wordt de vergadering
verlaat
De heer Meester zegt, dat de heren Moedt en v/d Hem de verkiezingen van 1966 en
1970 over een kam hebben geschoren. Het ligt naar zijn mening iets anders. De P.S.P.
is niet zomaar overgestapt. In 1966 rommelde het in de P.v.d.A. De P.S.P. heeft toen
een eigen zetel verworven. Wanneer gemeentebelangen destijds met een aanvaardbare can-
didaat was gekomen was de stemmenverhouding 7-6 geweest. Nu ligt de verhouding 8-5.
Momenteel zijn er 2 goede wethouders. Het zou zonde en niet in het belang van de ge
meente zijn, wanneer het college nu een andere samenstelling kreeg.
De heer Van de Lageweg zegt, dat er in 25 jaar niets is veranderd. Spreker had
verwacht, dat de P.v.d.A. er toe zou overgaan een evenredige verdeling toe te passen.
Per slot van rekening is het gehele college van burgemeester en wethouders socialistisch
getint. De uitslag van de stemming was, dat het P.A.K. nog geen 2/3 deel van de uitge
brachte stemmen kreeg. Als men eerlijk wil zijn, dan dient voor de tweede wethouders
zetel geen socialist te worden benoemd.
Mevrouw Spijkstra - Nijdam zegt, dat men niet moet denken dat de fractie een
verlengstuk van het college van burgemeester en wethouders is. In het verleden is het
meermalen gebeurd, dat de fractie het niet met het college eens was.
De heer Visser merkt op, dat de heer Moedt heeft geciteerd:" luister naar onze
woorden, maar zie niet naar onze daden". De uitslag van de verkiezing heeft duidelijk
aangetoond, dat de kiezers niet alleen naar woorden hebben gehoord maar ook de daden
heboen gezien. Wil men zich duidelijk opstellen dan dienen beide wethouders van het
P.A.K. te worden gekozen. Anders zal over k jaar geen mens meer interesse voor de po
litiek hebben.
De heer Moedt zegt de indruk te hebben, dat men als een kat om de hete brij
heendraait. Vijf leden van de 13 zijn voorstander van een wethouderszetel voor de can-
didaat van gemeentebelangen. Het gaat hier om het principe van de democratie, hetgeen
nog altijd betekent tolerantie tegenover de minderheid.Spreker wijst nogmaals op de
in 1966 door de heer Vledder gesproken woorden. Hij begrijpt het gedrag van het P.A.K.
niet. Men heeft altijd de mond vol over inspraak, maar nu hoort men hierover niets.
Spreker vraagt zich af, wat de jeugd hiervan moet denken. Het betekent niets anders dan
een afgang van de democratie.
De heer S. de Boer zegt, dat ook de jeugd duidelijkheid wil. Duidelijk is, dat
Gemeentebelangen een zetel heeft verloren en nu een wethouderszetel wenst om de tranen
te drogen. De heer Moedt heeft gezegd dat men bij een verhouding 9-3-1 geen zetel
opeiste. Nu bij een verhouding van 8 - b - 1 doet men dit wel. Spreker vraagt zich af
waar bij de heer Moedt de grens van democratie ligt. Zijn fractie heeft over het nu
ingenomen standpunt lang en goed nagedacht en het een juiste beslissing gevonden.
De heer Van der Hem zegt, dat het P.A.K. met de verkiezingsuitslag speelt, het
geen een smoesje is. Hoeveel kiezers zouden op dit moment niet aan de kant van gemeen
tebelangen staan. Spreker zegt niet aan de stemming te zullen deelnemen en verlaat hier
na de vergadering. Hierna wordt tot stemming overgegaan. Na zijn stem te hebben uitge
bracht volgt de heer Moedt de heer Van der Hem met de opmerking:' Ik groet u allen en
wens u een prettig onderonsje". Ook de heren v/d Lageweg en Bangma verlaten de zaal,
waarbij laatstgenoemde zegt:" Ik ha hjir al safolle rottichheit heard, dat ik mij yn dizze
sfear net mear thus fiel". De heer Vledder blijkt te zijn benoemd met 7 stemmen. Op de
heer Bangma zijn k stemmen uitgebracht, terwijl 1 stem blanco is. De heer Vledder ant
woordt desgevraagd de benoeming aan te nemen en zich gaarne bij de woorden van wethouder
Van Essen te willen aansluiten.
»5