GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No» 1530»
13» Voorstel tot vaststelling van een ver
ordening, houdende voorwaarden, waarop
de gemeente medewerking zal verlenen aan
het in bouwexploitatie brengen van grond»
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 25 augustus 1970.
Het mag als bekend worden verondersteld, dat de gemeente bij de \iitgifte van bouw
terrein in de verkoopprijs verdisconteert de kosten, verbonden aan het bouwrijp maken van
het complex, zoals de kosten voor de aanleg van straten, riolering, beplanting, dempen
van sloten e.d.
De billijkheid van deze handelwijze springt in het oog, wanneer men bedenkt, dat
de grondeigenaren van de aanleg van de werken profiteren, doordat de percelen in waarde
stijgen.
Zolang de gemeente zelf de gronden in exploitatie brengt, kleven aan het gevolgde
systeem geen bezwaren en worden geen extra-kosten ten onrechte op de gemeenschap afge-
L^enteld. Anders ligt de zaak echter, wanneer particulieren bij hen in eigendom zijnde
gronden in bouwexploitatie brengen» De particuliere bouwexploitant behartigt immers slechts
private belangen»
Mede in verband met de natuurlijke waardevermeerdering van de aan de bebouwde
kommen grenzende eigendommen worden door particulieren veelal overdreven winsten gemaakt,
terwijl de gemeente naderhand geplaatst wordt voor de noodzaak om kosten te maken voor
een betere vuilafvoer, straatverlichting, beplanting e.d.
Het behoeft geen nader betoog, dat een verhaal van kosten achteraf op de grond
eigenaren veelal onmogelijk is
Teneinde het bovengeschetste euvel te ondervangen, hebt u reeds bij besluit van
23 juni 1952 regelen gesteld betreffende:
a. het al of niet verlenen van medewerking vanwege de gemeente bij het in bouwexploitatie
brengen van gronden door particulieren;
b. het overdragen van gronden aan de gemeente, bestemd voor de openbare dienst;
c. de beschikking door de gemeente over grond, bestemd voor openbare gebouwen;
d. het aanleggen van wegbanen;
e. de uitvoering van werken door de gemeente;
f. de kosten-verdeling ten aanzien van de sub e bedoelde werken.
Dit besluit is destijds op basis van vrijwilligheid tot stand gekomen. In de Wet
*wop de Ruimtelijke Ordening is thans echter in artikel k2 de eis gesteld, dat de gemeente
raad een verordening moet vaststellen, waarin de voorwaarden worden vastgelegd, waaron
der de gemeente medewerking zal verlenen aan de exploitatie van grond„en, die in de naaste
toekomst voor bebouwing in aanmerking komen exploitatieverordening
De exploitatieverordening moet ingevolge het tweede lid van genoemd wetsartikel
onder meer voorschriften bevatten omtrent:
a» de gevallen, waarin en de wijze waarop het treffen van voorzieningen voor doeleinden
van openbaar nut afhankelijk wordt gesteld van afstand van grond aan de gemeente;
bhet aandeel van de kosten van voorzieningen van openbaar nutdat ten laste wordt ge
bracht van de gronden, die door deze voorzieningen worden gebaat en de wijze, waarop
deze kosten over genoemde gronden worden omgeslagen.
Een explcitatieverordening, als hier bedoeld, behoeft, in tegenstelling tot de
vroeger vastgestelde, de goedkeuring van gedeputeerde staten.
Het is noodzakelijkdat de alhier vigerende exploitatieregelen worden vervangen
door een verordening, die voldoet aan het bepaalde in artikel k2 van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening.
Teneinde tot een verantwoorde en op de wet afgestemde regeling te geraken, heeft
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een commissie van deskundigen ingesteld, die een
model-verordening heeft ontworpen. Dit model heeft als basis gediend voor de hierbijgaande
concept-verordening.
Ter toelichting van dit concept mogen wij het volgende opmerken:
-2