Notulen van de openbare vergadering van de
raad der gemeente Idaarderadeel op dinsdag
1 september 1970, 's avonds 7«30 uur»
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
Aanwezig: mevrouw J. Spijkstra - Nijdam en de heren S. Bangma, S. de Boer, Sjde Boer,
G. van Essen, P. van der Hem, H. van de Lageweg, J. Meester, F. van der Meulen,
K, Moedt, K. Schermer, G.H. Vledder en P.J» de Visser.
Voorzitter: K.J. Vrijling, burgemeester.
SecretarisD. Smits.
Opening: De voorzitter opent de vergadering en heet de leden op deze eerste vergadering
van de nieuwe raad hartelijk welkom.
Hierna stelt hij aan de orde:
1.Installatie van de nieuw benoemde leden van de raad.
Nadat de raadsleden zijn opgestaan, leest de voorzitter de formulieren van de
eed en belofte, als bedoeld in artikel ^5 her Gemeentewet, voor.
Mevrouw Spijkstra - Nijdam en de heren S. de Boer, K, Schermer, Sjde Boer,
H. van de Lageweg en K. Moedt leggen de eed af, de heren G. van Essen, G.H. Vledder,
F. van der Meulen, P.J. de Visser, J. Meester, S. Bangma en P. van der Hem de ver
klaring en belofte.
2.Benoeming van de wethouders.
De heer Moedt stelt voor om telle zetels afzonderlijk te behandelen, waartegen
de raad geen bezwaar heeft.
De heer Sde Boersprekende namens de fractie van het P.A.K., brengt de
verkiezingsuitslag van 1966 in herinnering. De uitslag was toen 7 zetels voor de
P.v.d.A.,5 zetels voer Gemeentebelangen en 1 zetel voor de P.S.P. Als we het beleid
van de afgelopen U jaar onder de loep nemen, dan moeten we constateren, dat we met een
actief "stel" wethouders te doen hebben, die met de burgemeester zeer goed hebben
samengewerkt.De fractie van het P.A.K. staat dan ook op het standpunt, dat dit beleid
moet worden gecontinueerd. Waarom in deze omstandigheden te verenderen vraagt spreker
zich af. Indien de verkiezingsuitslag van 1970 daartoe aanleiding zou hebben gegeven,
dan zou men ongetwijfeld met afstand van een wethouderszetel akkoord zijn gegaan. Maar
de jongste uitslag van 8 P.A.K.U Gemeentebelangen en F.N.P. behoeft geen wijzi
ging in de wethouderszetels te brengen. De bevolking heeft haar keus gemaakt. In feite
komt het er op neer, dat er 2 partijen zijn,een progressieve en een conservatieve,
of moderner uitgedrukt, behoudende partij. Wil men aan de duidelijkheid van de kiezers
tegemoetkomen, dan zou de fractie al heel onduidelijk zijn door aan de verkiezing van
een andere wethouder mede te werken. Zijn fractie stelt dan ook beide zitting hebbende
wethouders candidaat. Overigens wil spreker duidelijk stellen dat de fractie tegen de
persoon van de heer Bangma geen enkel bezwaar heeft. Het artikel in de Frisia komt ge
heel voor rekening van de redactie.
De heer Moedt: "Mijnheer de Voorzitter, dit is voor mij een reden mijn zojuist
ingediend voorstel in te trekken. Gaarne zou ik het volgende hieraan toevoegen:
Naar aanleiding van het agendapunt wethoudersverkiezingen en met name voor
zover dit betrekking heeft op de verkiezing van de tweede wethouderzou ik gaarne
het volgende naar voren willen brengen:
Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1966 bezette de P.v.d.A. in deze raad 9 van de
13 zetels.
De toenmalige wethouders maakten beiden deel uit van de fractie van de P.v.d.A.
Na de verkiezingen van 1966 bleek de P.v.d.A. twee zetels te hebben verloren en kwam
zij derhalve met een fractie van 7 man terug in deze raad.
De P.S.P. verkreeg êên zetel, terwijl de in Gemeentebelangen samenwerkende partijen
hun zetelaantal zagen toenemen van naar 5.
De heer de Boer van de P.v.d.A. stelde in de vergadering v&n september 1968 evenwel,
dat niet Gemeentebelangen, maar de P.S.P. als overwinnaar moest worden aangemerkt.
Bij de debatten in laatstgenoemde vergadering kwam duidelijk naar voren, dat de
P.v.d.A., gesteund door de P.S.P. de toenmalige candidaat-wethouder van Gemeentebe
langen niet wenste te accepteren.
Met een stemmenverhouding van 8 tegen 5 werd Gemeentebelangen op dood spoor gerangeerd.
-2-
P.J