15. Voorstel tot het vaststellen van een ver ordening tot beperking van de verstrekking van sterke drank. GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW No. 2028. Aan de gemeenteraad. Grouw, 23 oktober 1970. Teneinde in het recreatiegebied en op kampeer- en caravanterreinen de vestiging van inrichtingen, waar alcoholhoudende en sterke drank voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, te beperken, hebt u in uw vergadering van 12 december 19^7 een daartoe strek kende verordening vastgesteld. In uw vergadering van 1k april j.l. kwam een meerderheidsvoorstel van ons col lege in behandeling om ten behoeve van de verkoop van zwak-alcoholische drank in de kantine van de Stichting Recreatieoord te Grouw ontheffing van bovenbedoelde verordening te verlenen. Op voorstel van een der raadsleden besloot u, om de gehele verordening in te trekken, zodat aan het verlenen van ontheffing geen behoefte meer bestond en ons col- wLege krachtens de Drank- en Horecawet zelfstandig op eventuele vergunningsaanvragen kan beschikken. De algehele intrekking van de verordening maakte het echter niet alleen mogelijk, om vergunningen voor alcoholhoudende drank te verlenen, doch tevens om vergunningen voor sterke drank te verlenen. Sterker nog, wanneer een eventuele aanvrage voor een vergunning voor verstrekking van sterke drank aan de wettelijke eisen voldeed, dan zou in gevolge bovenbedoelde wet ons college verplicht zijn, de vergunning te verstrekken. Het wil ons voorkomen, dat deze consequentie bij de intrekking over het hoofd is gezien. Wij zijn van oordeel, dat het wenselijk is, dat de verstrekking van sterke drank in het recreatiegebied en op de kampeer- en caravanterreinen zoveel mogelijk wordt ge weerd, vandaar, dat wij bijgaande verordening hebben ontworpen, die zoals u moge blijken, veel overeenstemming vertoont met de ingetrokken verordening, uiteraard met dit verschil, dat zij alleen betrekking heeft op de beperking van de verstrekking van sterke drank. Teneinde ook het slijten van sterke drank tegen te gaan, is' in artikel 2 een passage toegevoegd, die ook het bedrijfsmatig verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse verbiedt. Verder is in artikel 3 de mogelijkheid geopend, dat in zeer bijzondere gevallen van het verbod tot verstrekking van sterke drank ontheffing wordt verleend. In tegen- s""'stelling tot hetgeen in de vroegere verordening was bepaald, menen wij, dat niet aan de raad, maar aan ons college de ontheffingsbevoegdheid dient te worden gegeven, omdat het hier een daad van uitvoering betreft, welke tot de competentie van ons college pleegt te behoren. Het gebied, waarop de verordening van toepassing is, is hetzelfde als van de vroegere verordening, te weten: a. aan wateren binnen het in deze gemeente gelegen recreatie- en watersportgebied, zoals op de voor u ter inzage liggende kaart nader is aangegeven b. op minder dan 200 meter afstand van de onder a bedoelde wateren; c. op kampeer- en caravanterreinen. een en ander, voor zover niet gelegen binnen de bebouwde kommen. Omtrent de ontwerp-verordening hebben zowel de Kamer van Koophandel en Fabrieken, als de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in Friesland verklaard, dat zij ter zake geen aanleiding hebben gevonden tot het maken van opmerkingen. Ook de inspecteur voor de drankwetgeving heeft zijn instemming betuigd» Op grond van het bovenstaande stellen wij u voor tot vaststelling van de ver ordening te besluiten. Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel, K.J. Vrijling, burgemeester. D. Smits secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1970 | | pagina 37