28. Voorstel tot oprichting van een stichting ten
behoeve van de jachthaven te Wartena
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 2353.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 1+ december 1970»
Zoals u bekend is, ligt het in het voornemen, om aan de oostzijde van de Rog-
sloot te Wartena een jachthaven aan te leggen, waarin rond 500 boten ligplaats zullen
kunnen vinden.
Blijkens een door de Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij opgezet glo
baal plan is met de aanleg van de open haven dus zonder schiphuizen een investe
ring van 2.61*0.600,inclusief renteverlies, gemoeid.
In de onrendabele top is bij beschikking van 31 december 1969 van de Staats
secretaris van Economische Zaken een rijkssubsidie in uitzicht gesteld van f 1*70.000,
Bovengenoemde maatschappij bereidt momenteel een definitief plan met bestek
en kostenramingen voor. Zodra deze stukken zijn ingekomen, kunt u een voorstel te
gemoet zien omtrent de daadwerkelijke aanleg van de haven,de wijze van aanbesteding
en de financiële consequenties.
Waar het op dit moment om gaat, is de vraag, op welke wijze de jachthaven
het beste kan worden geëxploiteerd.
De voor de gemeente meest eenvoudige oplossing zou zijn,de grond na aankoop^
over te dragen aan een naamloze vennootschap of een andere op winst gerichte parti
culiere organisatie, die zich met de algehele uitvoering en exploitatie van het plan
belast
Wij achten deze oplossing echter niet aanvaardbaar, omdat aan de totstand
koming van de haven de gedachte ten grondslag ligt, het toerisme en met name het so
ciaal toerisme in de gelegenheid te stellen, tegen zo billijk mogelijke prijzen
ligplaats voor boten te kunnen vinden. In deze gedachtengang zal uiteraard het winst
motief zoveel mogelijk moeten worden uitgeschakeld.
Rechtstreekse exploitatie door de gemeente levert eveneens bezwaren op. Re
gelmatig zullen huurovereenkomsten moeten worden gesloten met de gebruikers van de
jachthaven. De financiële consequenties zouden uiteraard in de gemeentebegroting
moeten worden verwerkt, hetgeen zou leiden tot een grote onoverzichtelijkheid en
het schuil gaan van de uitkomsten der exploitatie.
Aan deze bezwaren zou tegemoetgekomen kunnen worden door het instellen van
een bedrijf in de zin van artikel 252 der gemeentewet, doch ook deze oplossing
achten wij wegens het gevaar van verambtelijking niet aanbevelenswaardig.
Gelet op de ideële doelstelling van de jachthaven komt ons de stichtingsvorm
- gelijk ook bij de jachthaven te Grouw is geschied - als de meest geschikte voor.
De stichting toch opent de mogelijkheid, om ook buiten het gemeentebestuur staande
personen aan te trekken, wier belangstelling en deskundigheid een waarborg kunnen
inhouden voor een zo efficiënt mogelijk beheer en voor een verantwoorde belangen
behartiging.
Het altijd bij een stichting naar voren tredende bezwaar van een te grote
zelfstandigheid kan worden ondervangen door in de vast te stellen statuten de nodige
waarborgen op te nemen van gemeentelijke invloed.
Onder dit voorbehoud zijn wij van mening, dat de stichtingsvorm wegens de aard
van het te regelen belang in het onderhavige geval bijzonder aangewezen moet worden
geacht
Wij hebben in verband hiermede een besluit geconcipieerd, waarbij de"Stichting
Jachthaven Wartena'1 in het leven wordt geroepen met een van het gemeentelijk ver
mogen af te zonderen kapitaal van 100,
Zoals u moge blijken, zal de stichting zich ten doel stellen het bevorderen
van het toerisme in het algemeen en van de watersport in het bijzonder. Ter bereiking
van dit doel zal de stichting zich belasten met het oprichten, in standhouden en ex
ploiteren van een jachthaven met bijkomende voorzieningen in het daarvoor aangewezen
gebied.
-2-