-2- Zijn de stichtingsnormen derhalve over het algemeen te laag, dit wil nog niet zeggen, dat ze, zoals in het besluit van Rauwerderhem staat aange geven, voor alle gemeenten gelijk moeten zijn. Er is verschil in grond- en bouwkosten in de verschillende gemeenten, met name tussen de grote steden en het platteland. Deze verschillen mogen onzes inziens in de vergoedingsnormen worden verdisconteerd. Maar dan moet wel uitdrukkelijk vaststaan, dat als uit gangspunt worden genomen gelijksoortige scholen. Voor zover wij dit kunnen beoordelen, is het besluit van Rauwerderhem, wat de stichtingskosten betreft niet juist. Anders is dit bij de exploitatiekosten. Deze kosten en de vergoedingen hierop behoren niet, zoals tot nu toe gebruikelijk is, te worden afgeleid uit de in het verleden uitgegeven bedragen - welke bedragen noodgedwongen in de kleine gemeenten tengevolge van bezuinigingen in de crisisjaren veel lager lagen dan in de grote gemeenten - doch op hetgeen noodzakelijk is voor het uitvoeren van de voor alle gemeenten gelijke onderwijstaken. Voor de ongemotiveerde verschillen in de exploitatievergoedingen is reeds herhaaldelijk door de Vereniging van Nederlandse gemeenten de aandacht van regering en tweede kamer gevraagd. Wij verwijzen u naar de brief van 2 oktober 1969, opgenomen in "De Nederlandse Gemeente", welk blad voor u ter inzage ligt. De minister heeft toegezegd, dit probleem nauwkeurig te zullen bestuderen. In verband met de herziening van de Lager-onderwijswet en de Kleuteronderwijswet heeft de regering trouwens zelf reeds aangekondigd, dat de normvergoedingen een taakstellend karakter moeten hebben. Uiteraard hangt er veel van af, welke taken in aanmerking zullen worden genomen. Het probleem is dus voldoende bekend en het raadsbesluit van Rauwer derhem is min of meer het intrappen van een open deur. Tenslotte bepleit Rauwerderhem een verkleining van het verschil in het schaalbedrag per inwoner uit het gemeentefonds tussen de grote en kleine gemeenten, waarbij de wenselijkheid naar voren wordt gebracht van een minimum uitkering van 85,per inwoner. Er wordt niet aangegeven, hoe men tot dit bedrag komt. Het wijkt ook aanzienlijk af van het deskundig advies van de Raad voor de Gemeentefinanciën, gemaakt naar aanleiding van de voorge nomen herziening van de uitkeringsmaatstaven van het gemeentefonds. In deze herziening, waarin onder meer de oppervlakte-uitkering wordt verdubbeld, wor den uitkeringsbedragen gehanteerd van 1+3,50 voor de kleinste gemeenten, 53,50, 55,25 enz. voor grotere, 88,50 voor gemeenten met 250.000 tot 500.000 inwoners en 106,voor de grootste gemeenten. De regering is wel iswaar op enkele punten van de voorgestelde schaal afgeweken, doch zowel uit het standpunt van de regering als van de raad voor de gemeentefinanciën komt naar voren dat een gelijk bedrag per inwoner onjuist wordt geacht. Dat er aanleiding bestaat, om verschil in de uitkering per inwoner te handhaven, - wij vermogen niet te beoordelen, hoe groot dat verschil moet zijn - moge bijvoorbeeld blijken uit het feit, dat de gemeente Idaarderadeel aan subsidie voor het Frysk Orkest 0,1+2 en Leeuwarden 6,81+ per inwoner uitgeeft. De inwonervergoeding is respectievelijk 55,50 Idaarderadeel en 73,25 Leeuwarden Naar aanleiding van het vorenstaande menen wij te moeten constateren, dat a. er verschillen in stichtingskosten van schoolgebouwen bestaan, zodat een gelijke ■■'•ergoeding voor alle gemeenten niet juist kan zijn; b. de exploitatievergoedingen voor het onderwijs een taakstellend karakter moeten dragen, met welk standpunt de regering het eens is; c. het wellicht gewenst is, het verschil in uitkering per inwoner uit het ge meentefonds tussen grote en kleine gemeenten te beperken, doch dat onzer zijds omtrent de maten van de beperking bezwaarlijk een juist oordeel kan worden gegeven. Op grond van een en ander stellen wij u voor het verzoek om adhesie af te wijzen en daartoe te nemen een besluit, waarvan het concept voor u bij de raadsstukken ter inzage ligt. Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel, K.J. Vrijling, burgemeester. D. Smits secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1971 | | pagina 21