-2-
Gesterkt in de mening - op grond van uitspraken in de begrotingsvergadering
van december 1970, zowel als in de besprekingen ov r de gemeentelijke her
indeling - dat de rijksuitkeringen voor een goede taakvervulling voor de ge
meenten te laag zijn, ben ik van oordeel, dat deze motie, die de strekking
heeft om verruiming op alle boegen van financiële middelen voor de gemeente
te verkrijgen, ook de steun van de raad van Idaarderadeel verdient, zegt
spreker. In zijn algemeenheid behoeven wij ons niet te schamen deze materie
opnieuw aan de orde te stellen, ook al 1 dit betekenen: het intrappen van
een open deur, zoals het college in zijn beschrijvingsbrief opmerkt. Dit on
derwerp moet continu worden warm gehouden. Vooral nu, mijnheer de Voorzitter,
is het urgent cm direct bij de nieuwe regering met kracht onze eisen kenbaar
te maken. De grote gemeenten doen dit wel en staan geregeld bij de minister
op de stoep. Met betrekking tot de stichtingsnormen tasten wij in het duister.
De regering doet maar wat. Misschien zal de minister door deze motie worden
aangespoord deze normen alsnog vast te stellen. Voorts is het grote verschil
in de normbedragen voor schoonhouden en verwarming, zoals die in grote en
kleine gemeenten gelden, onredelijk. Het bevreemdt mij, dat het college blijkens
het onder b. genoemde het wel met het standpunt van de minister terzake van
de vaststelling van de exploitatievergoeding eens is.
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders van mening zijn,
dat de raad zich alleen achter een motie kan stellen, indien de inhoud daarvan
op alle punten juist is. Wanneer een motie aan deze eis niet voldoet, zoals
met de onderhavige het geval is, doet dit afbreuk aan haar waarde en kan men
ze beter achterwege laten. Men kan niet alle gemeenten over een kam scheren cp
de wijze, als in de motie is weergegeven. Een gefixeerde uitkering per inwoner
ten bedrage van minimaal 85,voor alle gemeenten, zou niet redelijk zijn
tegenover de grootste gemeenten. In de motie wordt niet aangegeven, waarop de
bedragen steunen. De Raad voor de Gemeentefinanciën komt tot heel andere
cijfers. Ook op andere punten zijn de gegeven normbedragen een slag in de
lucht en niet in overeenstemming met het beginsel, dat normvergoedingen een
taakstellend karakter dienen te hebben. Overigens is deze materie in het geheel
niet nieuw. Van verschillende kanten wordt te dezer zake al druk uitgeoefend
op de regering. Een motie als deze betekent dan ook eigenlijk het intrappen van
een open deur, zoals het college terecht heeft gesteld. Een teveel aan motie's
doet de betekenis er van afnemen.
De heer Sjouke de Boer meentdat burgemeester en wethouders dan maar
moeten aantonen, dat de cijfers niet kloppen.
De voorzitter antwoordt, dat dit niet ligt op de weg van het college.
Wethouder Vledder zegt, dat de heer Sjouke de Boer ten onrechte de
indruk heeft gewekt, dat burgemeester en wethouders zich met de door de mi-
>w' nister vastgestelde exploitatievergoedingen kunnen verenigen. Het college is
het er mee eens, dat deze vergoedingen een taakstellend karakter moeten hebben,
zoals reeds door de voorzitter is opgemerkt. Daar gaat het bezwaar ook niet
cm. Het bezwaar van deze motie is, dat zij naast goede elementen ook onjuiste
gegevens bevat. De problematiek in de motie-Rauwerderhem is niet op alle punten
goed gesteld. Bovendien staan in de motie verschillende zaken, die de raad al
eerder in een motie heeft behandeld. Een en ander is voor het college de reden
geweest de raad voor te stellen zich niet achter deze motie te stellen.
De heer J'oedt merkt ironisch op, dat, als het zo is, dat kleine ge
meenten niet in staat zijn complete en juiste moties op te stellen, deze om
standigheid er op wijst dat wij naar grotere gemeenten toe moeten met beter
betaalde en betere ambtenaren.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten.
De heer Sjouke de Boer verzoekt aantekening, dat hij tegen het voorstel is.
7. Voorstel tot het verstrekken van geldleningen en bijdragen aan de Woningbouw
vereniging Midden Friesland te Grouw voor de bouw van 35 woningwetwoningen.
De heer Sipke de Boer zegtdat hij gaarne zijn stem aan dit voorstel
zal geven. Hij wil echter nog wel enkele opmerkingen maken.
1. Wij kunnen de laatste jaren steeds weer constateren, dat de termijn, waar
binnen de woningen door de aannemer worden opgeleverd, veel te lang is.