- 5 -
Artikel 16.
AANSLAG
1. Voor de rechten, bedoeld in artikel 4 onder stellen burgemeester
en wethouders zo spoedig mogelijk na de aanvang van het belastingjaar
een kohier vast.
2. Voor degenen, die in de loop van het belastingjaar belastingplichtig
zijn geworden, wordt zo spoedig mogelijk een suppletoir kohier opge
maakt
3. Met betrekking tot de in artikel 5 onder I, artikel 6 onder I sub
1 t/m 3, artikel 7 en artikel 8 verschuldigde rechten zenden burge
meester en wethouders binnen drie maanden na de aanvang van de be
lastingplicht aan de gemeenteontvanger een kennisgeving, onder meer
inhoudende het bedrag en de specificatie van de door de belasting
plichtige verschuldigde rechten.
Artikel 17-
AANSLAGBILJETTEN
1. De gemeente ontvanger zendt zo spoedig mogelijk, nadat hij een ko
hier of kennisgeving als in artikel 16 bedoeld ter invordering heeft
ontvangen aan hen, die daarop voorkomen een aanslagbiljet.
2. Burgemeester en wethouders stellen het model van het aanslagbiljet
vast
Artikel 18.
BETALINGSTERMIJNEN
1. De rechten, bedoeld in artikel 4 onder I, moeten in twee gelijke
termijnen worden voldaan, waarvan de eerste termijn vervalt op de
laatste dag van de tweede maand volgende op die, welke in de dag
tekening van het aanslagbiljet is vermeld, terwijl de tweede termijn
een maand later vervalt.
2. De rechten, bedoeld in artikel 5 onder I, artikel 6, artikel 7 en
artikel 8, moeten worden voldaan binnen twee maanden na de dagteke
ning van het aanslagbiljet.
3. De rechten kunnen tevens vóór de gestelde verschijndagen geheel wor
den voldaan.
Artikel
AFSCHRIJVING
1Indien een belastingschuldige niet in staat is anders dan met
buitengewoon bezwaar het verschuldigde recht geheel of gedeeltelijk
te voldoen, kunnen burgemeester en wethouders het verschuldigde be
drag geheel of gedeeltelijk afschrijven.
2. De afschrijving, bedoeld in het eerste lid, wordt slechts verleend
op schriftelijk verzoek van de belastingschuldige. Op het verzoek
wordt niet beslist, alvorens de gemeenteontvanger is gehoord.
Artikel 20.
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1972.
2. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervalt
de verordening op de heffing en invordering van een recht voor het
ophalen van huisvuil, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 j"Uli 1968,
no. 9a, alsmede de verordening op de heffing van rechten voor dien
sten door de gemeentelijke reinigingsdienst bewezen, vastgesteld bij
raadsbesluit van 9 juli 1968, no. 9b, met dien verstande, dat zij van
kracht blijft ten aanzien van de belastingjaren, die vóór dat tijd
stip zijn geëindigd.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van de raad van
secretaris.
voorzitter.