2 - Artikel 6. Vaststelling formulier aangiftebiljet. Het formulier van het aangiftebiljet wordt vastgesteld overeenkomstig de bij deze verordening behorende bijlagen» Artikel 7. Aangi fte 1. De voor het doen van aangifte te stellen termijn en de voor de aanmaning tot het doen van aangifte in acht te nemen termijn belopen tenminste veer tien dagen. 2. De belastingplichtige, aan wie niet voor 1 maart van het belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden, binnen veertien dagen na het verstrijken van die datum bij burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet. Artikel 8. Aanmeldingspli cht Ieder, die na 1 januari van het belastingjaar houder wordt van een hond of van een groter aantal honden dan waarvoor hij voor dat belastingjaar aangifte heeft gedaan, is verplicht, dit binnen veertien dagen te melden aan burgemeester en wethouders, met dien verstande, dat, indien het een hond betreft, die in de loop van het belastingjaar is geboren, de aanmelding moet geschieden binnen acht dagen, nadat het de leeftijd van drie maanden heeft bereikt. A.rtikel Q. Wijze van belastingheffing. De over het belastingjaar verschuldigd geworden belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 10. Grootte van het belastingbedrag i.v.m. aanvang belasting plicht 1. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd: a. ten volle, wanneer deze aanvangt voor 1 juli; b. voor de helft, wanneer deze aanvangt op of na 1 juli. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is de houder van een hond, die zich voor 1 juli van een belastingjaar in deze gemeente vestigt en die in de, gemeente van herkomst voor dezelfde hond over dit gedeelte van het belastingjaar hondenbelasting verschuldigd is, de belasting over dat jaar slechts voor de helft verschuldigd. In het geval de houder van een hond zich in de tweede helft van een belas tingjaar in de gemeente vestigt, zal, wanneer hij in de gemeente van her komst over dit tijdvak belasting verschuldigd is, over dit gedeelte van dat jaar geen belasting werden geheven. Artikel 11 Ontheffing. 1. Indien tussen 1 januari en 1 juli van het belastingjaar de belastingplich tige ophoudt houder van een hond te zijn, doordat het dier is gestorven, het dier Vcoigoed de gemeente heeft verlaten of in andere handen is overge gaan, zonder dat in de loop van hetzelfde belastingjaar opnieuw belas tingplicht intreedt, wordt veor de helft van de voor de hond geheven be lasting ontheffing gegeven, mits voor 15 juli van het belastingjaar, of indien het belastingbiljet een later dagtekening heeft dan 30 juni van het belastingjaar, binnen 1^ dagen na die dagtekening, een verzoekschrift daaromtrent bij burgemeester en wethouders is ingediend. 2. Ingeval de belastingplichtige is aangeslagen voor meer dan een hond, be draagt de ontheffing, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, de helft van het bedrag, hetwelk voor elk van die honden verschuldigd is. Het bedrag van de ontheffing wordt in dit geval berekend naar rato van het aantal honden, dat op 1 juli nog wordt gehouden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1971 | | pagina 29