No. 9 De raad der gemeente Idaarderadeel; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 december j.l., no. 2755; besluit vast te stellen de volgende VERORDENING op de heffing van steigergeld in de gemeente Idaarderadeel. Artikel 1 In deze gemeente wordt onder de benaming van steigergeld een belasting ge heven overeenkomstig de volgende bepalingen. De belasting is verschuldigd voor het innemen van ligplaats met een vaar tuig aan een openbare steiger, welke door de gemeente wordt onderhouden. Artikel 2. v De belasting bedraagt voor elke ingenomen ligplaats aan een steiger, als in artikel 2, tweede lid, bedoeld, per overnachting: a. 1,per overnachting voor vaartuigen met een lengte van ten hoogste 6.50 meter; b. 1,50 per overnachting voor vaartuigen meter doch ten hoogste 8 meter; met een lengte van meer dan 6.50 c. 2,50 per overnachting voor vaartuigen meter doch ten hoogste 10 meter; met een lengte van meer dan 8 d. 3,50 per overnachting voor vaartuigen meter doch ten hoogste 12 meter; met een lengte van meer dan 10 e 5,per overnachting voor vaartuigen met een lengte van meer dan 12 meter. Artikel 3. De belasting is verschuldigd door de bestuurder van het vaartuig. Artikel k. De inning van het steigergeld geschiedt door een daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar, die voor elke aan hem gedane betaling een bewijs van ontvangst afgeeft uit een daartoe door burgemeester en wethou ders verstrekt register. Artikel 5. De voldoening van het steigergeld moet geschieden, voordat de ligplaats wordt verlaten. Artikel 6. Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum, waarop de Konink lijke goedkeuring is verleend. Op dat tijdstip vervalt de verordening op de heffing van steigergeld, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 januari 1967, no. 8 en goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 19 juni 1967, no. 8 Grouw, 1U december 1971* De raad voornoemd, voorzitter. secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1971 | | pagina 35