- 8 - In 't algemeen bestaat er bij de bevolking weinig drempelvrees. De wijze van benadering van de kant van het gemeentepersoneel speelt hierin onge twijfeld een rol. De gemeenteraad wordt over 't algemeen voldoende betrokken bij het proces van besluitvorming, maar meer informatie door burgemeester en wethouders bij belangrijke plannen in eventuele afdelingsvergaderingen, kan de besluit vorming alleen maar ten goede komen. V/el bestaat het gevaar, dat de openbare beraadslaging hieronder zal lijden, omdat in besloten vergadering de plannen te veel zijn doodgepraat. Door het houden van hearings, spreekuur van de wethouders, bezoek van raads leden aan verenigingsvergaderingen, het nemen van een abonnement op de raadsstukken kan de mening van de bevolking doorwerken op de meningsvorming in de raad. De invloed van de verenigingen voor Plaatselijk Belang zijn in de kleinere dorpen groot. In Grouw, waar deze functie door andere verenigingen (V.V.V.) wordt overgenomen ,is die invloed geringer. Terugkoppeling van raadsbesluiten vindt onder anderen plaats bij de fractie van het P.A.K., welke jaarlijks verantwoording aflegt aan de kiezers. Dit geschiedt derhalve via de politieke partijen. Nog betere deelname door de bevolking aan het proces van gemeentelijke be sluitvorming zou kunnen geschieden door instelling van meer gemeentelijke doelcommissies en door meer samenwerking met uit de bevolking voortgekomen commissies. Dit overleg vindt thans reeds beperkt plaats. De betrokkenheid van de bevolking bij het lokale bestuursgebeuren zou bij de vorming van gewesten of grotere gemeenten niet worden versterkt, integen deel. Dorps- of wijkraden worden bij grotere gemeenten wel nuttig geacht, echter zonder bestuursbevoegdheden. Bij aanmerkelijk grotere gemeenten zou den functionele raden met bepaalde bevoegdheden (onderwijs) wel als zinvol worden aangemerkt. Zoals u uit het vorenstaande moge blijken, bestaat er in de afdelingen, behoudens enkele afwijkende inzichten en nuanceverschillen, in het algemeen overeenstemming ten aanzien van de in het geding zijnde problematiek. Verder is ons gebleken, dat in grote lijnen de visie van ons college ter zake aansluit bij de gedachten die in de afdelingen leven. Wij hebben namelijk als dagelijks bestuur van de gemeente in onze vergade ring van 13 maart j.l. besloten, de gestelde vragen op de volgende wijze te beantwoorden. 5.1 De weizijnswaarde van taakstellingen. atla® Voor wat deze gemeente betreft, zijn er de laatste decennia slechts enkele jaren, n.l. 1952 en 1966waarin geen vertrekoverschot is geconstateerd. De vertrekoverschotten liepen uiteen van 2 personen in 19T0 en 1959 tot 11+6 personen in 1956. Ondanks dit is de gemeente in inwonertal geleidelijk vooruitgegaan. In 1971 werd zelfs een winst geboekt van 325 personen en we.s er geen sprake meer van een vertrekoverschotdoch integendeel van een vestigingsoverschot van 270 personen. In de afgelopen jaren is het aandeel van de oudere leeftijdsgroepen (1+0 jaar en ouder) toegenomen van 39,2% in i960 tot 1+1,3% per eind 1969- De groep van 65/ën ouder steeg daarbij in dezelfde periode van 11,6% tot 13,3%. Daartegen jsnr daalde de belangrijke leeftijdsgroep van 15-39 jaar van 32,1% tot 31,1+%, terwijl de 0-11+ jarigen afnamen van 28,7% tot 27,3%. De bovengeschetste ontwikkeling vormt geen directe bedreiging voor het wel zijn van de gemeente, b. De opbouw van de werkgelegenheid is nogal gevarieerd. De personeelsbezetting in de industrie heeft zich na een hoogtepunt van 1099 in 1960 in dalende richting bewogen, ten dele als gevolg van de inkrimping der personeelsbezet ting in enkele bedrijven, ten dele als uitvloeisel van de concentratie in de zuivelindustrie. In 1970 deed zich weer een herstel voor tot een niveau van 1035, mede tengevolge van de uitbreiding van de bedrijven van de N.V. Hal- bertsma en de Frico. b. c. d. e. f. h.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1972 | | pagina 49