De heer Pijlman zegt toe, de kwestie van de onregelmatigheidstoeslagen
in het bestuur van Friesma-Hiem ter sprake te zullen brengen.
De heer van der Schaaf wijst er op, dat in tegenstelling met wat in het
voorstel staat, de bezoldiging van de adjunct-directeur van gemeentewer
ken niet geheel 85l van de wedde van de directeur bedraagt.
De heer Pijlman zet uiteen, dat het de bedoeling was de bezoldiging
van de adjunct-directeur te stellen op 00% van de directeur. Gebleken is
echter, dat de provinciale griffie maximaal Q5% accepteert, vandaar dat
dit percentage in ij et voorstel is genoemd.
De bezoldiging zóu eventueel nog iets kunnen worden opgetrokken, maar
dan zou deze parallel lopen met die van de hoofd-commieshetgeen niet
zou stroken met de inzichten van burgemeester en wethouders.
Na nog enige discussie gaat de vergadering er mede akkoord, dat de in
de staat opgenomen bezoldiging van de adjunct-directeur wordt gehand
haafd.
De secretaris brengt nog naar voren, dat verzuimd isin de nieuwe
verordening op te nemen een bepaling, welke aan de comptabele een toe
slag op zijn bezoldiging verzekert van 5$ van de maximumwedde van de se
cretaris. Dit is een gebruikkelijke regeling voor gemeenten, die het
ontvangers ambt hebben opgeheven en tot de aanstelling van een comptabele
zijn overgegaan.
De vergadering stemt er mee in, dat een bepaling als bovenbedoeld als
nog wordt opgenomen.
Uit de verdere discussie blijkt, dat de commissie zich met inachtne
ming van het vorenstaande met de nieuwe ontwerp-verordening kan vereni
gen.
Bezoldigingsverordening per 1 januari en 1 april 1972 voor de school-
schoonmaaksters
De commissie gaat accoord met de voorgestelde regeling.
Rondvraag
Aangezien geen der leden behoefte gevoelt, nog andere punten ter dis
cussie te stellen, sluit de voorzitter met een woord van dank de verga
dering.
Aldus vastgesteld in de vergadering
van
voorzitter.
secretaris.