De raad der gemeente Idaarderadeel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 aprf»72
gelet op het advies van de bij het centraal overleg betrokken personeels
organisaties en de commissie voor het georganiseerd overleg;
besluit
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot regeling van de bezoldiging
der ambtenaren in dienst der gemeente Idaar
deradeel.
Artikel 1.
Deze verordening verstaat onder:
1e. ambtenaar: hij die, overeenkomstig de bepalingen van het Algemeen Ambtena
renreglement in openbare dienst der gemeente is aangesteld in vaste of
tijdelijke dienst;
2e. volwassene: de ambtenaar, die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt;
3e. salaris: het voor de ambtenaar geldende bedrag van de op zijn ambt betrek
king hebbende salarisschaal, zoals dat is vermeld op de bijlagen AI, All
en AIII dezer verordening;
4e. bezoldiging: het salaris, vermeerderd met de toelagen, bedoeld onder 6e;
5e. salarisanciënniteitde tijd, die in aanmerking komt voor de vaststelling
van het salaris van een ambtenaar op een hoger bedrag dan het minimum van
de schaal, welke op zijn ambt betrekking heeft;
6e. toelagen: alle toelagen, waarop ingevolge of krachtens deze verordening
aanspraa-k bestaat.
Artikel 2.
1. Bij de vaststelling van het salaris wordt, behoudens met hetgeen overigens
daaromtrent in deze verordening en de bijlagen is bepaald, rekening gehou
den met de indeling der ambten, aangegeven in de bij deze verordening beho
rende bijlagen AI, All, AIII en AIV en met op die indeling afgestemde sala
risschalen.
2. In afwijking van het in het vorige lid bepaalde wordt het minimum salaris
van een ambtenaar van 23 jaar en ouder, werkzaam in een functie met volle
dige dagtaak en behorende tot de groepen, aangegeven in de bij deze veror
dening behorende bijlagen AI, All en AIII, ingaande 1 januari 1972 gesteld
op 813,80 per maand.
Artikel 3.
Bij aanstelling van een ambtenaar wordt, behoudens het bepaalde in de artike
len 7 en 9, het salaris vastgesteld:
a. voor een niet-volwassene, die een ambt bekleedt, voorkomende in de bijlagen
AI, All en AIII op het minimumbedrag van de voor hem geldende salarisschaal,
voor elk jaar of een gedeelte van een jaar, dat hij jonger is dan 21 jaar,
verminderd met J1,per maand ingaande 1 januari en 7^»pen maand
met ingang van 1 april, indien dit ambt is ingedeeld in een van de schalen
1 tot en met 43 van de bijlagen AI en All, met dien verstande, dat de ver
mindering voor een 14-jarige gelijk is aan die voor een 15-jarige;
b. voor een volwassene, die een ambt bekleedt, voorkomende in de bijlagen AI,
All en AIII: op het minimum-bedrag van de voer hem geldende salarisschaal.
Artikel 4.
1Het bij de aanstelling aan een niet-volwassene toegekende salaris wordt bij
voldoende bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver en ook gedurende de tijd
van het verlof als bedoeld in artikel 6, verhoogd naar gelang zijn leeftijd
toeneemt, onverminderd hetgeen dienaangaande in de overige artikelen is be
paald.