k» Voorstel tot subsidiering van het gods
dienstonderwijs aan de lagere scholen»
Aan de gemeenteraad»
Grouw, 2 juni 1972.
Zoals u bekend zal zijn, heeft de tweede afdeling bij de behande
ling van de gemeentebegroting voor 1972 de wenselijkheid uitgesproken,
om het godsdienstonderwijs aan de openbare lagere scholen naar nader
te bepalen normen te subsidiëren» Wij hebben toen in de memorie van
antwoord gesteld, bereid te zijn met de betrokken kerkelijke instan
ties contact op te nemen»
Waar aanleiding hiervan merken wij het volgende op»
Ingevolge artikel 26 van de Lager--onderwijswet 1920 wordt aan
leerlingen van openbare scholen, voor wie de ouders dit wensen, binnen
de schooltijden in de school zelf of daarbuiten gelegenheid gegeven
godsdienstonderwijs te ontvangen van godsdienstleraren» Deze lesuren
■w moeten in het lesrooster van de school worden opgenomen en worden in
overeenstemming met de godsdienstleraar of kerk of erkende vereniging,
die de leraar aanwijst, vastgesteld» De schoollokalen worden voor deze
doeleinden, zonodig verwarmd en verlicht, gratis beschikbaar gesteld»
Op grond van deze bepaling wordt aan onderstaande scholen gods-
diens tonden-rijs gegeven:
Master WiclsmaskoallcDs. Boneschanskcr, N»H» gemeente, 2 lesuren per
weck
Hjcrrc GjcrritsskoallcDs» Broer, D»G» gemeente, 2 lesuren per weck;
De Trije DoarpcnskoallcDs» Caron, N»H» gemeente, 1 lesuur per weck,
J.H» Nicuwoldschool: Ds. Caron, N.H. gemeente, 1 lesuur per week;
B.A» WartcnaskoalleDsDijkstra, N.H» gemeente, 1 lesuur per weck;
Het Breed Moderamen der Provinciale Kerkvergadering van Friesland
zou het nu op prijs stellen, indien dit godsdicnstondcrwijs zou kunnen
worden gesubsidieerd overeenkomstig het advies van de Raad van Zaken
van Kerk en School der Nederlands Hervormde Kerk» Genoemde raad heeft
voor 1971 geadviseerd per gegeven lesuur per jaar aan de Kerk, namens
wie dit godsdienstonderwijs gegeven wordt, een vergoeding van 1+00,
beschikbaar te stellen.
Vervulling van deze wens op grond van de Lagcr-ondcrwijswet 1920
is niet mogelijk. Eet godsdienstonderwijs is geen onderwijs, dat van de
school uitgaat, maar dat gegeven wordt door en onder verantwoordelijk
heid van de kerkelijke gemeente of een daarmee gelijkgestelde vereni
ging, welke zich met dit onderwijs aan schoolgaande kinderen belast»
Daarom rekent de wet de kosten voor dit onderwijs niet tot de kosten
van de school en is de gemeente niet wettelijk verplicht dit onderricht
te bekostigen, met uitzondering van het gratis beschikbaar stellen van
lokaalruimte in de betreffende school»
Zulks sluit echter niet uit, dat de gemeente wel bevoegd is op
grond van de gemeentewet een subsidie te verlenen, indien althans een
aanwijsbaar gemeentelijk belang wordt gediend»
Waar onze mening is dit laatste hier wel het geval. Immers het
godsdienstonderwijs, zoals dit tegenwoordig op de lagere scholen wordt
gegeven, kan worden beschouwd als een bijdrage tot de algemene vorming
der leerlingen. De leerlingen komen hierdoor in aanraking met de pijlers
van de westerse beschaving»
Formeel geldt deze regeling ook voor de bijzondere lagere scholen,
voor zover het godsdienstonderwijs ook daar door de kerkelijke gemeen
ten of daarmee gelijk gestelde verenigingen wordt verzorgd.
Ds. Broer, D»G» gemeente, 1 lesuur per week;
EE?£
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
Wo: 1622