- 9 -
het college van burgemeester en wethouders op te dragen er bij gedeputeerde
staten met de grootste klem op aan te dringen, de per 1 januari 1973 afge
lopen tijdelijke vergunning aan de F.B.C. niet meer te verlengen, en verder
alles te doen wat mogelijk is om een rakreatieve bestemming ter plaatse van
de Irnsumerzijl te voorkomen
deze motie ter kennis te brengen van:
Gedeputeerde staten van Friesland;
De plaatselijke commissie voor de ruilverkaveling "De Sneeker Oudvaart";
Hengelsportvereniging "Idaarderadeel
De Algemene Hengelaarsbond;
De Federatie Friesland van sportvissersverenigingen;
Hoofdingenieur-direkteur van de Landinrichting in Friesland;
Direkteur van de Cultuur Technische Dienst, Utrecht;
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders geen bezwaar te
gen deze motie hebben, omdat de inhoud conform de gehouden discussies is.
Deze motie is "als balsem op de ziel", vooral, omdat de veroorzakers er in
genoemd worden. Het college wil graag deze motie overnemen en conform het
besluit ter kennis brengen van de daarin genoemde instanties
Spreker vestigt er de aandacht op, dat het voorstel van burgemeester en
wethouders in twee onderdelen is te splitsen:
a. het beroepschrift ongegrond verklaren en
b. de woonark wederom drijvend te maken.
De heer Sjouke de Boer zegt dat hij zijn stem baseert op de principiële
kant van de motie en wat punt a betreft op de praktische kant.
De heer Meester zegt, dat dit ook zijn motivering is, zij het dan net an
dersom. Op praktische gronden ziet spreker weinig lichtpunten, hoewel de
woonark voor hem geen punt is. Op principiële gronden schaart hij zich ach
ter het voorstel van burgemeester en wethouders
De voorzitter: "Uit beleidsoverwegingen achter burgemeester en wethouders
en op formele gronden achter de beroepscommissie".
De heer Sipke de Boer zegt wel een stemmotivering te hebben. Aanvankelijk
vond hij het rapport van de beroepscommissie wel juist. Gezien de aangeno
men motie en de achtergronden van het/geval meent hijdat aan de motie zo- hele
veel mogelijk kracht moet worden bijgezet. Spreker zal daarom het voorstel
van burgemeester en wethouders steunen.
Wethouder Vledder heeft het gevoel, dat er bij de heer Meester een kansje
in zit. Spreker acht het onbegrijpelijk, dat het op formele gronden mogelijk
is het gemeentebeleid af te breken. Spreker zegt het eens te zijn met de he
ren Sipke de Boer en Freek v/d Meulen. Hier moet een daad gesteld worden.
Men moet met recht volhouden, dat de trailerhelling van enige omvang is.
Hierna wordt het voorstel (punt a) van burgemeester en wethouders in stem
ming gebracht en met 8-4 stemmen aangenomen. Tegen stemden mevr. Spijkstra-
Nijdara en de heren Sjouke de Boer, P. van der Hem en H. van de Lageweg.
Punt b van het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aanvaard.
14. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening regelende de dagen
waarop in de gemeente kermissen zullen worden gehouden.
De heer Van de Lageweg zegt, dat de raad wel gewend is dat hij tegenstemt.
Spreker wil nu een kleine uitzondering maken en zal deze keer zijn stem
niet tegen het voorstel uitbrengen. Wel verwondert het hem, dat in Idaarde
radeel op zondag kermis wordt gevierd. In principe stuit dit spreker tegen
de borst. Men streeft tegenwoordig naar gezamenlijke dorpsfeesten. Een der
gelijke maatregel werkt remmend.
De heer Freek v/d Meulen meent, dat een ieder vrij moet zijn, al zal hij
persoonlijk principieel op zondag geen kermis gaan vieren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten.
15. Voorstel tot wijziging van de "Algemene voorwaarden voor de verkoop van
bouwterreinen in exploitatie bij het grondbedrijf.'
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.
- 10 -