Grouw, 11 januari 1973. De commissie voor administratief beroep, heeft heden de Plaatselijke Commissie voor de Ruilverkaveling "De Sneeker Oudvaart'' in de gelegenheid gesteld, haar beroepschrift toe te lichten tegen de beslissing van burge meester en wethouders d.d. 14/15 augustus j.l. tot weigering van een bouwvergunning voor een trailerhelling, tot het verstrekken van een last geving tot verwijdering van bedoelde helling met toegangsweg, tot verwij dering van een parkeerplaatstot het ongedaan maken van een ingraving in de oever van de Kromme Grou, alsmede tegen de suggestie van genoemd col lege voor een vastgezette woonark een bouwvergunning aan te vragen, alles nabij Irnsumerzijl. Door appellante werden ter zitting geen nieuwe gezichtspunten naar voren gebracht, behoudens dat het vastzetten van de woonark niet door haar, maar door de Friese Buitenboordmotorenclub is geschied, zodat zij dienaangaande geen verantwoordelijkheid draagt. Na kennisneming van de stukken en de gegeven toelichting is de com missie voor administratief beroep van mening, dat: a. de trailerhelling weliswaar als een 'bouwwerk moet worden aangemerkt, maar dat de omvang daarvan te gering is, om hiervoor een bouwvergun ning te eisen; b. voor de aanleg van wegen geen bouwvergunningen plegen te worden ver leend, zodat dat ook in het onderhavige geval niet noodzakelijk is; c. de parkeerplaats niet als een "bouwwerk kan worden aangemerkt en het bovendien niet vaststaat, dat deze uitsluitend voor recreatieve doel einden zal worden gebruikt; d. het ongedaan maken van de ingraving geen zin heeft, nu burgemeester en wethouders inmiddels een vergunning hebben verleend voor het maken van de walbeschoeiing; e. de woonark wel degelijk is vastgezet en haar drijvend karakter heeft verloren, zodat de ark als een gebouw moet worden aangemerkt, waarvoor de Friese Buitenboordmotorenclub een bouwvergunning nodig had; f. de sub e bedoelde bouwvergunning evenwel zou moeten worden geweigerd wegens strijd met het bestemmingsplan. De commissie komt op grond van het vorenstaande tot de conclusie, dat de lastgeving met betrekking tot de trailerhelling, de toegangsweg, de parkeerplaats en de ingraving ten onrechte is verstrekt, doch dat de suggestie tot het aanvragen van een bouwvergunning voor de vastgezette woonark - zij het aan het verkeerde adres gericht - terecht is gedaan. Zij geeft u derhalve in overweging: a. het beroepschrift gegrond te verklaren en met vernietiging van de be slissing van burgemeester en wethouders, de thans bestaande situatie te handhaven, zulks met uitzondering van de vastgezette woonark; b. burgemeester en wethouders uit te nodigen, een lastgeving tot verwij dering van de woonark c.or. het weer drijvend maken van de ark te laten uitgaan De commissie voor administratief beroep, w.g. P. v/d Hem. w.g. Sjde Boer. w.g. J. Meester. Aan de raad. Aan burgemeester en wethouders.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1973 | | pagina 48