- is verplicht -
zich na het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn aan het eerstvol
gende voor zijn studie geldende examen te onderwerpen en de uitslag daarvan
aan burgemeester en wethouders mede te delen, tenzij zulks op grond van per
soonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd.
Artikel 7
De naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte stu
diekosten worden vergoed tot een percentage van:
75 voor cursus-, les- of collegegelden, examen- en diplomagelden, alsmede
studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten,
duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de studie
verband houdende boeken.
100 voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten, met dien verstande, dat de
reiskosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met
een openbaar middel van vervoer en dat geen vergoeding wordt gegeven, in
dien de lessen worden gevolgd of het examen wordt afgelegd binnen het in
artikel F 18 van het Algemeen Ambtenarenreglement bedoelde gebied.
Artikel 8.
1. Vergoeding van studiekosten wordt eerst gegeven, nadat de ambtenaar schrif
telijk heeft verklaard, dat hij de uit dien hoofde genoten bedragen zal te
rugbetalen, indien:
a. hij de hem ingevolge artikel 6 opgelegde verplichting niet nakomt;
b. hij de studie, waarvoor de vergoeding is verleend, beëindigt voordat de
in artikel 4 bedoelde termijn is verstreken zonder dat de studie tot het
behalen van een diploma heeft geleid;
c. de vergoeding wordt gestaakt op grond van artikel 5;
d. hij op eigen verzoek of tengevolge van aan hemzelf te wijten feiten of
omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de studie, waarvoor
vergoeding is toegekend of binnen twee jaren na het behalen van het voor
deze studie geldende diploma;
e. hij op eigen verzoek of tengevolge van aan hemzelf te wijten feiten of
omstandigheden wordt ontslagen binnen twee jaren na het beëindigen van
de studie zonder dat het door hem - na het verstrijken van de termijn
bedoeld in artikel 4 - afgelegde examen tot het behalen van een diploma
heeft geleid.
2. De terugbetalingsverplichting op grond van het gestelde in lid 1 onder b
van dit artikel vervalt, indien voortzetting van de studie redelijkerwijs
niet van hem kan worden verlangd.
Geen terugbetaling op grond van het gestelde in lid 1onder d en e behoeft
te geschieden, indien de ambtenaar aansluitend aan zijn ontslag een betrek
king aanvaardt, waaraan het ambtenaarschap in de zin van de Algemene burger
lijke pensioenwet is verbonden. Indien op de datum van ingang van het ont
slag van de in lid 1, onder d en e_ bedoelde termijn van twee jaren tenminste
één jaar is verstreken blijft de verplichting tot terugbetaling beperkt tot
1/24 gedeelte van de genoten bedragen voor iedere volle maand, die aan de
termijn van twee jaren ontbreekt.
3. Burgemeester en wethouders kunnen de ambtenaar op zijn verzoek, geheel of
gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, ontheffen van de op hem rustende
verplichting tot terugbetaling.
Artikel 9.
Onverminderd het bepaalde in artikel F 28lid 1 van het Algemeen Ambte
narenreglement wordt voor het volgen van lessen, die in diensttijd worden ge
geven, verlof met behoud van bezoldiging verleend tot ten hoogste één dag per
week, gemiddeld over een jaar berekend.