- 4 -
Hoofdstuk landelijk Idaarderadeel Idaarderadeel geeft per in-
1973 1973 woiier meer of minder (-)
uit dan het landelijk gem.
in 1973 1972
II Algemeen beheer
95,63
86,26
-
9,37
- 10,76
III Openbare veiligh.
17,70
15,99
-
1,71
- 2,67
IV Volksgezondheid
15,96
5,36
-
10,60
- 8,77
V Volkshuisvesting
5,05
5,33
0,28
- 0,16
VI Openbare werken
82,95
130,06
47,11
40,64
VIII/7 Cult./Rekr.
24,—
21 ,69
-
2,31
- 2,68
IX Sociale Zorg
26,34
23,21
-
3,13
- 8,39
20,27
7,21
Wij merken nog op, dat in genoemde gemeenten het tekort per inwoner op
hoofdstuk VI (Openbare werken) van 1972 tot 1973 is gestegen met 6,6%. In
Idaarderadeel blijkt de stijging 9,7% te zijn. Deze ongunstige tendens zal
zich, gezien de grote investeringen, waarvoor de gemeente zich juist in de
sector van de openbare werken ziet geplaatst, waarschijnlijk in de komende
jaren in nog sterkere mate openbaren.
Zoals uit bovenstaande vergelijkende staat van uitgaven blijkt, is I-
daarderadeel genoodzaakt, zich ten aanzien van de meeste begrotingshoofdstuk
ken aanzienlijke beperkingen op te leggen, niettegenstaande een aanvullende
bijdrage van 350.700,per jaar.
Wil onze gemeente in de komende jaren een enigermate redelijk voorzie-
ningenpeil handhaven, dan zal het noodzakelijk zijn, dat de aanvullende bij
drage ingevolge artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet 1960 na 1975 op
hetzelfde niveau v/ordt voortgezet, zulks ter compensatie van de structureel
verstorende factoren (wegen, bruggen, pont)Zonder die bijdrage zullen de al
gemene middelen aanmerkelijk tekort schieten in de voorziening in de noodza
kelijke behoeften.
Onderwijsuitgaven.
Zoals reeds werd opgemerkt, zijn de vergoedingen voor het kleuteronder
wijs voor 1974 aanzienlijk verbeterd.
De exploitatiekosten voor het basisonderwijs (openbaar en bijzonder) be
dragen in 1974 naar raming 208.700,— (1973: 184.000,hiertegenover
staat een rijks(exploitatie)vergoeding van 206.000,(1973: 172.500,—),
zodat een nadelig verschil resteert van 2.700,(1973: 11.500,—). Ook
hier valt derhalve een verbetering van de vergoedingsnormen te constateren,
waarbij echter wordt opgemerkt, dat de onderhoudskosten van de openbare scho
len in 1974 (volgno. 308) rond 7.000,lager zijn dan het vorige jaar.
De vergoeding voor de exploitatie van gymnastieklokalen v/ordt voorname
lijk bepaald door het aantal uren, dat door de scholen voor basisonderwijs
hiervan gebruik v/ordt gemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van een aantal ge-
bruiksuren van 40 per lokaal per week of, voor de aanv/ezige 5 lokalen, in to
taal 200 uren per week.
De scholen voor basisonderv/ijs maken 56% uur per week gebruik van de lo
kalen. Voor dit aantal uren wordt een vergoeding van 14.500,(1973:
12.600,ontvangen.
De exploitatiekosten bedragen in 1974 naar raming 56.000,(1973:
54.000,zodat het tekort praktisch gelijk is gebleven, n.l. 41.500,
Is het tekortschieten van de vergoedingen dus enerzijds het gevolg van
een sterke onderbezetting door de scholen, er moet toch v/orden geconstateerd,
dat ook de vergoedingsnormen (welke per wekelijks klokuur v/orden vastgesteld)
te laag zijn gesteld.
Uitgaande van de veronderstelling dat een volledige bezetting van de lo
kalen (200 uur) geen verhoging van de exploitatiekosten zou meebrengen (het
geen zeker niet het geval is)dan nog bedragen de kosten per uur voor de ge
meente 56.000,200 280,De rijksvergoedingen variëren met de
grootte van de lokalen en bedragen voor 1974 230,15 en 261,55 per jaar
per wekelijks lesuur.
Voor de leermiddelen voor het basisonderv/ijs is 4,25 per leerling meer
uitgetrokken, voor het kleuteronderwijs 2,Met deze verhogingen heeft de
schoolraad zijn instemming betuigd.
- 5 -