No. 13a.
De raad der gemeente laaarderadeel;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 1973, no.
t 3076;
Gelet op artikel 280 (oud) der Gemeentewetzoals dit luidde vóór de wijzi
ging ingevolge artikel 1 van de wet van 24 december 1970 tot wijziging van bepa
lingen inzake gemeentelijke en provinciale belastingen?
besluit:
vast te stellen de volgende
Verordening op de heffing van een rioolbelasting in
de gemeente Idaarderadeel.
Artikel 1
In deze gemeente wordt onder de naam van rioolbelasting een belasting geheven
wegens gebouwde eigendommen, die aan openbare land- of waterwegen in de ge
meente belenden of in de onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen zijn en die
voor de afvoer van water, faecaliën en/of andere vloeibare stoffen vanaf of
vanuit die gebouwde eigendommen op enigerlei wijze zijn of kunnen worden aan
gesloten op de door of op kosten van de gemeente aangelegde, onderhouden en
gereinigde riolering der gemeente.
Als gebouwde eigendommen, die op enigerlei wijze kunnen worden aangesloten op
de riolering der gemeente, worden aangemerkt de gebouwde eigendommen, die zijn
gelegen aan of op een afstand van ten hoogste 50 meter van een van gemeente
lijke riolering voorziene weg.
De in het tweede lid bedoelde afstand wordt berekend vanaf de naar de betref
fende v/eg staande gevel van de gebouwde eigendommen tot het midden van de weg.
Artikel 2
Belastingplichtig is hij, die krachtens bezit of enig zakelijk recht het genot
neeft van de eigendommen bedoeld in artikel i
Als genothebbende wordt aangemerkt hij, die op 1 januari van het belastingjaar
als zodanig in de kadastrale leggers is aangewezen, tenzij kan worden aange
toond, dat een misstelling in die leggers heeft plaats gehad of dat de voor 1
januari van het belastingjaar plaats gehad hebbende veranderingen daarin nog
niet waren opgenomen, in welke gevallen met de gewijzigde toestand rekening
wordt gehouden. Zijn ten aanzien van enig eigendom twee of meer genothebbenden
aangewezen, dan zijn allen hoofdelijk voor het gehele bedrag van de aanslag
aansprakelijk met dien verstande, dat de betaling door de één de aansprake
lijkheid van de ander of de anderen opheft.
Nieuw gebouwde eigendommen, die na 1 januari van het belastingjaar tot bewo
ning of gebruik geschikt worden en gebouwde eigendommen, die na 1 januari van
het belastingjaar op grond van het bepaalde in artikel 1 in de termen van be
lastingplicht komen te vallen, worden voor de belasting van het lopende jaar
niet in aanmerking genomen.
Artikel 3.
De belasting bedraagt 75,voor ieder aan de riolering der gemeente aan
gesloten of aansluitbaar gebouwd eigendom.
Artikel 4.
Het belastingjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 5
Van de belasting zijn vrijgesteld de eigendommen, welke voor de publieke
dienst zijn bestemd.
- 2 -