Met betrekking tot de in artikel 5 onder Iartikel 6 onder I sub1 t/m 3ar
tikel 7 en artikel 8 verschuldigde rechten zenden burgemeester en wethouders
binnen 3 maanden na de aanvang van de belastingplicht aan de comptabele een ken
nisgeving, onder meer inhoudende het bedrag en de specifikatie van de door de
belastingplichtige verschuldigde rechten.
Artikel 17.
Betalingstermijnen
De rechten, bedoeld in artikel 4 onder I, moeten in twee gelijke termijnen wor
den voldaan, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede
maand volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld,
terwijl de tweede termijn een maand later vervalt.
De rechten, bedoeld in artikel 5 onder I, artikel 6, artikel 7 en artikel 8 moe
ten worden voldaan binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
De rechten kunnen tevens vóór de gestelde verschijndagen geheel worden voldaan.
Artikel 18.
Overgangs- en slotbepalingen
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1974.
Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de verordening
op de heffing en invordering van reinigingsrechten, vastgesteld bij raadsbesluit
van 12 oktober 1971, no. 7, met dien verstande, dat zij van kracht blijft ten
aanzien van de belastingjaren, die vóór dat tijdstip zijn geëindigd.
Grouw, 13 november 1973.
De raad voornoemd,
voorzitter
sekretaris.