GEMEENTE iDAARDERADEEL
GROUW
17. Voorstel tot het aangaan van een gemeenschappelijke
regeling ter bevordering van het maatschappelijk wel
zijn van woonwagenbewoners in Friesland.
Aan de gemeenteraad.
No. 3143
Grouw, 2 november 1973.
Als gevolg van de veranderde gedachten, welke inmiddels met betrekking
tot het te voeren woonwagenbeleid ingang hebben gevonden, bestaat behoefte
aan een volledige aanpassing van de gemeenschappelijke regeling.
De nieuwe gemeenschappelijke regeling verschilt fundamenteel van de
huidige, vastgesteld in uw vergadering van 12 oktober 1971 en in werking ge
treden op 2 december 1972, maar sluit tevens nauw aan bij de modelgemeen-
schappelijke regeling, welke door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in
maart 1973 in deel 1 van de zogenaamde Groene reeks is gepubliceerd.
Wij zijn van oordeel, dat het van het grootste belang is, indien in den
lande enige uniformiteit bestaat met name in de regelingen, die de bevorde
ring van het maatschappelijk welzijn van woonwagenbewoners beogen.
Teneinde derhalve te bewerkstelligen, dat er in de verschillende re
gio's rechtsgelijkheid komt te bestaan en tevens tegelijk bij de woonwagen
bewoners meer inzicht in hun rechtspositie, verdient het, ons inziens aanbe
veling om, nu een model-gemeenschappelijke regeling beschikbaar is gekomen,
deze zoveel mogelijk te volgen.
Gegeven het feit, dat de model-regeling is opgesteld door een werkgroep
onder meer bestaande uit medewerkers van het ministerie van binnenlandse za
ken en van cultuur, rekreatie en maatschappelijk werk en de regeling de in
stemming heeft gekregen van de commissie van advies, bedoeld in artikel 38
van de woonwagenwetalsmede van de commissie van sociale zaken en maat
schappelijk welzijn van de Vereniging van Nederlandse gemeenten, mag worden
verwacht, dat een bij deze modelregeling aansluitende gemeenschappelijke re
geling de instemming van alle betrokken instanties en partijen zal kunnen
verwerven
In de hierna volgende gevallen is van de model-regeling afgeweken.
artikel 4, sub c. ontwerp-gemesnschappelijke regeling:
In tegenstelling tot hetgeen in de model-regeling is opgenomen, wordt
de overdracht aan het schap van de ex artikel 61 van de woonwagenwet van
burgemeester en wethouders toekomende bevoegdheid noodzakelijk geacht. Dit
teneinde te voorkomen, dat woonwagenbewoners a) in de verschillende gemeen
ten met een verschillend beleid worden geconfronteerd en b) door de onder
scheidene gemeentebesturen "slechts" tot uitzetting over de gemeentegrenzen
wordt overgegaan, waardoor in feite noch voor de gemeenten noch voor de
woonwagenbewoners iets wordt opgelost.
artikel 5.
Gemeend is om met betrekking tot de samenstelling van het algemeen be
stuur, voor zover het vertegenwoordigers van gemeenten betreft, te moeten
vasthouden aan het systeem van de vigerende gemeenschappelijke regeling lie
ver dan het systeem van de model-regeling te volgen, dat de mate waarin ge
meenten in het algemeen bestuur zijn vertegenwoordigd afhankelijk stelt van
het aantal inwoners van de gemeenten.
artikel 13, sub a.
Op grond van de reeds gegroeide situatie alsmede gezien het feit, dat in
de gemeente Smallingerland ook in de nieuwe opzet het grootste (hoofd-)cen
trum gevestigd zal blijven, is vastgehouden aan het bepaalde in de vigerende
regeling, dat de vertegenwoordiger van de gemeente Smallingerland qualitate
qua voorzitter van het dagelijks en algemeen bestuur is.
artikel 18.
Men zie ook het bepaalde in artikel 32.