12 -
De heer Van Gorkum vraagt om de bebouwing zo laag mogelijk te houden volgens
de tekening wordt het gebouwtje 2 m hoger dan het nu is.
De voorzitter antwoordt, dat vandaag alleen over het realiseren van de aan
vraag wordt beslist. De bouwvergunning zelf komt later aan de orde.
De heer Bangma is het eens met Sipke de Boer, dat de vele bordjes ontsierend
staan. 2e zijn echter geplaatst om de mensen er op te wijzen dat ze daar geen
rechten hebben.
Wethouder Vledder merkt op, dat de heer Banqma er behoefte aan had gevoelens
van blijdschap te uiuen. Spreker heeft dit bepaald niet. Men zal met de wet in de
hand/kunnen zeggen: "het mag wel". Spreker beschouwt het meer als een "trochslok-
foarstel". wellicht
De heer Van de Lageweg zegt volledig achter de heer Bangma te staan.
De heer de Visser: "Ik net, foarsitter, de gewoane man wie dit net slagge".
De heer Sjouke de Boer zegt.dat het betoog van de heer Bangma wel contrasteert
met zijn interpellatie-verzoek.
De heer Bangma is het daarmee niet eens. Op de Burdskop hebben altijd mensen
gewoond. Is een woonark ter plaatse dan mooier dan een zomerwoning?
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten.
29Comptabiliteit.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het vóorstel be
sloten.
Afscheid 8 raadsleden.
Onvoorziene ontwikkelingen voorbehouden, is deze vergadering van de gemeente
raad de laatste geweest, waarin de raad in zijn lopende zittingsperiode bijeen is.
Wanneer óp 3 september a.s. de nieuwe raad wordt geïnstalleerd, zullen acht van u
daarin geen zitting meer hebben. Dat is voor een raad van dertien leden een zeer
groot aantal._0ok in 1966 is het voorgekomen,, dat tegelijkertijd acht leden terugtra
den. van de raad
Een paar van u, de haren Van de Lageweg en Van der Hem, hebben zeer lang deel
uitgemaakt/;een enkeling, de heer Langhout, slechts zeer kort. Niettemin zal ook de
heer Langhout hebben ervaren, wat zijn beide oudste collega's reeds lang hebben on
dervonden, dat het zitting hebben in de gemeenteraad heel wat anders is, dan hef als
buitenstaander beoordelen van de werkzaamheden van de raad/ Het is veel minder eenvon -
dig dan het lijkt en de verantwoordelijkheid die gedragen moet worden is veel groter
dan men dacht.
De heer Langhout is te kort, nog geen tien maanden (sinds 9 oktober 1973) in
ons midden geweest om ingewerkt te raken en zich een eigen profiel als raadslid te
kunnen scheppen. Het duurt minstens een jaar voor men ingeschoten is op de werkproce
dure van een raad en ongeveer twee jaar voor men inzicht' begint te verwerven in de
samenhang van de uiteenlopende zaken, die een raad te behandelen heeft en daarop eni
ge greep begint te krijgen. Zoveel tijd is de heer Langhout niet beschoren geweest.
Ik hoop echter, dat hij toch met genoegen aan zijn korte periode als raadslid zal te
rugdenken.
Hetzelfde hoop ik voor de heer Van Gorkum. Ook hij heeft slechts kort zitting
gehad in de raad. Ongeveer een jaar (sinds 14 september 1973). Maar het was juist
voldoende om zich ingewerkt te gaan voelen en de eerste contouren van een eigen pro
fiel duidelijk te maken. Wat mij opviel ik spreek vanavond een persoonlijk woord
tot de scheidenden - was zijn geïnteresseerde en verstandige benadering van de zaken
die de raad te behandelen kreeg. Wat mij, vooral in zijn begin fase, ais een sympar-
thieke trek voorkwam, wea zijn voorzichtige en bescheiden benadering van de onderwer
pen waarover hij het woord voerde. En dat van verreweg het jongste raadslid; men is
geneigd er eerder een onstuimige benadering van te verwachten.
Daar schuilt een tacticus in, heb ik vaak gedacht. Dus goed op hem letten,
want er lijken ook kwalitatieve elementen in te zitten. Daar kan een heel góed raads
lid uitgroeien. 1 -
Het spijt mij oprecht, dat ik in het vervolg in de raad, niet- meer op hem be
hoef te letten. Ik vind het jammer voor de raad, dat wij ons jongste, geïnteresseerde
en verstandige lid niet meer zien terugkeren. De overwegingen in de politiek kunnen
ten aanzien van de kwaliteit soms merkwaardig handelen.
De heer Bangma neemt na vier jaar (sinds 1 september 19701 afscheid. Geen man
van grote en vele woorden, allerminst een speler op de publieke tribune,
- 13 -