- 6 -
Zonder discussie en zonder hoofdelijks stemming wordt conform het voor
stel besloten.
20. Voorstel tot verkoop van een strook grond op het industrieterrein te Grouw
aan T jMolenaar, aldaar. -
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.
21 Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing van weg- en riocl-
belasting.
De heer .Meester vraaat of de rioolbelasting op de huren kan worden ver
haald.
De heer Vledder zegt graag een paar algemene opmerkingen over de punten
21, 22, ^3 en 26 te;willen plaatsen. Spreker zegt, dat wanneer de raad deze
verhogingen aanneemt, dit een meeropbrengst van 100.000,— betekent. In
dien Idaarderadeel een art. 12-gemeente blijft, kan het niet anders, in ver
band. hiermee hebben deze voorstellen enige vragen bij spreker doen rijzen.
Wanneer denken burgemeester en wethouders de nieuwe onroerend goed belasting
in te voeren en hoe staat het er voor met. de nieuwe begroting 1975. tJat is
verder de filosofie van de gemeente over het art. 12 gemeente blijven. De
voorstellen zijn noaal ingrijpend en omvatten een complex van factoren.
Spreker meent, dat de nieuwe raadsleden behoren te weten, hoe de zaken er
voorstaan in hoever men art. 12-gemeente dient te blijven. Spreker wil niet
zeggen, dat men nu al moet besluiten zelfstandig te gaan leven.maar stelt
voor, op de voorstellen zoals ze, hier liggen, thans nog geen beslissing te
nemen, maar deze voorstellen bij de begroting 1975 mee te behandelen.
voorzitter antwoordt, dat de rioolbelasting op de huurders verhaald
wordt. Het is logisch, dat woningbouwverenigingen hiermee komen te zitten.
Niet doorberekenen zou een faillissement kunnen betekenen.
Wat. de vragen van de heer Vledder betreft merkt snreker op, dat de filo
sofie van dit college inzake art. 12 dezelfde is als die van het vorige col
lege. Burgemeester en wethouders gaan niet boven de ministeriële normen uit.
daar als de belastingen niet worden verhoogd dan heeft dat ten aanzien van
de aanvullende uitkeringen gevolgen en deze zijn niet te versmaden.
Op dit moment is er geen alternatief. Hoewel het geen kwaad kan deze materie
in ie begrotingsbehandeling te betrekken vindt spreker het niet juist de
zaak straks over- hoop te halen. Het college voelt er weinig voor artikel 12
te xaten vallen en heeft gemeend de uitkeringen veilig te moeten stellen
Over de onroerend goed belasting zal de raad in de beschrijvingsbrief
nader worden geïnformeerd. De bedoeling is in 1975 met de voorbereiding te
beginnen en wij hopen, dat deze belasting op 1 januari 1977 kan beginnen te
werken. Vóór 1 januari 1979 moet alles beslist rond zijn. In 1975 zal voor
de voorbereiding en uitvoering van deze belasting een extra ambtenaar worden
aangetrokken.
De heer Vledder zegt, dat de filosofie van het vorige college was jaar
lijks te bezien bij de begroting, om wel dan niet art. Ï2~gemeente te blij
ven. Voor een groot deel berustte dit op ad hoc-hesluiten. Fr kunnen ziel/
echter andere ontwikkelinoen hebben voorgedaan. Bij de reconstructie van de
J.W. de visserwei is de uitkering kleiner dan waar aanvankelijk op was gere
kend. Spreker zegt het er mee eens te kunnen zijn, wanneer de raad zegt de
uitkeringen te willen houden. ':aar of hiermee de zaak overhoop wordt gehaald
gelooft spreker niet. De raad bestaat voor meer dan de helft uit nieuwe le
den. Aanneming van deze voorstellen betekent voor 1975 art. 12 gemeente blij
ven. jaar men zou ook kunnen stellen: "Dit doen we niet meer. Wé willen lie
ver zelf baas zijn'. Is het technisch niet moaelijk deze voorstellen tegelijk
met de begroting te behandelen.
Wethouder Benedictus vraagt of de heer Vledder ineens zo'n grote ontwik
keling ziet, dat zijn visie uitgaat naar het laten vallen van art. 12.
De heer Sjouke de Boer verzoekt de heer Vledder duidelijk te maken dat
de uitkering voor de J.w. de Visserwei lager is dan 255.000,Spreker
vraagt zich af waarom men nu ineens spoken moet zien.
De heer De Wolf vraagt of er een bepaalde drang achter deze voorstellen,
zit. Tegen de heer Vledder zegt spreker, dat de gemeente, ook bij aanneming
van deze voorstellen, zich niet vastlegt op art. 12.
- 7 -