Bestemmingsplan van de gronden ten Noorden van de kern Grouw.
Verzoek om bouwvergunning voor een ligboxenstal van dé heren H. en O. Bquma
(In het volgende te noen?en: verzoekers)
1. In de vergadering van 11 maart 1969 (nr. 6) steldeSraad èen bestemmings
plan vast voor bovengenoemd gebied.
De beschrijving bij het plan is gedateerd oktober 1968.
2. In dit plan wordt het oostelijk deel van de ijsbaan bestemd voor "be
drijfsdoeleinden", het westelijke deel van de ijsbaan en het terrein
tussen de ijsbaan, N.v. Halbertsna, de J.N. de Visserwei, de Garde Ja
gerswei en het water "De Blieken", wordt bestemd tot industrieterrein.
Op dit laatste terreingedeelte ligt het boerenbedrijf "Lyts Biensma", in
gebruik bij verzoekers.
3. Het bedrijf van verzoekers omvat ongeveer 31 ha, waarvan de helft zeer
gunstig gelegen is bij de boerderij en gebruikt wordt voor beweiding met
het melkvee, de andere helft ligt bij "Laban" en "de Roek", is over water
goed bereikbaaren wordt gebruikt voor beweiding net jongvee en als
hooiland. Verzoekers hebben ook een oeverstrook bij de "Roe!:" voor "Mar-
rekrite".
4. Het bedrijf is voor deze landverdeling goed ingericht en wordt volgens
deskundigen goed gevoerd, wat ook blijkt uit de zeer goede bedrijfsuit-
komsten volgens de vergelijkingscijfers van de Bedrijfseconomische boek
houding.
5. Ten tijde van de voorbereiding en vaststelling van het bestemmingsplan
(1968-1969) waren verzoekers zich niet bewust, wat de gevolgen van dit
plan voor hun bedrijf konden zijn, vermoedelijk mede als gevolg van de
toendertijd beperkte voorlichting aan belanghebbenden, zodat zij toen
geen bezwaar maakten
6. Gezien de ontwikkelingen in de Veeteelt en de Economie, achten verzoe
kers het voor een verantwoorde voortzetting van hun bedrijf nu noodzake
lijk over te gaan tot de bouw van een ligboxenstal op hun erf tussen de
J.W. de Visserwei en de bestaande gebouwen.
7. Een verzoek om een bouwverqunning is echter op grond van het bestemmings
plan afgexvezen.
8. Er zijn voor hen aanmerkelijke financiële belangen gemoeid met het ver
krijgen van een bouwvergunning voor midden december.
S. Verzoekers zien zich nu door het bestaande bestemmingsplan in hun ont
wikkelingsmogelijkheden ernstig belemmerd.
Weliswaar is een beroep op schadevergoeding krachtens art. 49 van de wet
op de Ruimtelijke Ordening mogelijk, maar de ervaring leert dat dit
meestal geen.bevredigende oplossing biedt.
Verzoekers ervaren de situatie als onrechtvaardig.
10. De kansen dat het terreingedeelte waarop het bedrijf van verzoekers is
gevestigd, binnen afzienbare tijd als industrieterrein werkelijk nodig
zal zijn, zijn op zijn minst onzeker.
Dat, bij handhaving van de geldende bestemming een goed veeteeltbedrijf
in de verdrukking komt is zeker.
11. Van de zijde van N.V. Halbertsma is geen belangstelling voor het terrein
van de verzoekerszoals één der ondertekenaars namens de direktie is me
degedeeld.
12. Verzoekers hebben zich altijd zeer positief opgesteld tegenover de gemeen
schap, wat o.a. moge blijken uit het kosteloos beschikbaar stellen van
een deel van hun land als ijsbaan (en het grotendeels verzorgen van het
onderhoud hiervan) terwijl zij bij vele gelegenheden hun werkkracht en
apparatuur inzetten bij sportieve evenementen en projekten zoals b.v. de
aanleg van de oefenveldverlichting.
Van de zijde van de Marrekrite wordt het gebruik van het "Bütlan" en het
daarmee verbonden landschapsonderhoud op de wij ze waarop dit door een
bedrijf als dat van verzoekers gebeurt, zeer gewaardeerd.
Hun erf hebben verzoekers onlangs gedeeltelijk omplant, en zij zijn
voornemens deze omplantina bij uitvoering van de door hen beoogde bouw
plannen voort te zetten.
Tevens zal dan het bouwvallige stalletje tussen het grote bedrijfsaebouw
en de weg, worden afgebroken.
- 16 -